Iraaks

Adjective
1
Present Tense
Declarative
Interrogative
Compound
Past Tense
Future Tense
Imperative
Complex
Context & Scenario
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Related Word
Idiomatic
Simple
Een diverse groep mensen geniet van traditionele Iraakse gerechten aan een prachtig gedekte tafel.
Traditioneel Iraaks Eten en Cultuur in een Gezellige Setting
Een diverse groep mensen geniet van traditionele Iraakse gerechten aan een prachtig gedekte tafel.
2
Simple
Compound
Complex
Present Tense
Future Tense
Past Tense
Declarative
Imperative
Interrogative
Context & Scenario
Context & Scenario
Context & Scenario
Idiomatic
Synonym
Related Word
Een jonge vrouw met een Iraaks paspoort voor een oud Nederlands huis, te midden van een serene natuurlandschap.
Jonge Vrouw met Iraaks Paspoort voor Nederlands Huis
Een jonge vrouw met een Iraaks paspoort voor een oud Nederlands huis, te midden van een serene natuurlandschap.