Aanschaffen

Verb

Auxiliary Verb

hebben

werkwoord

Het werkwoord 'aanschaffen' duidt op de actie van kopen of verkrijgen van iets.

Infinitief

Tegenwoordig deelwoord

Tegenwoordige tijd

  • ik

  • ik

  • jij / je, u

  • hij, zij / ze, het

  • wij / we

  • jullie

Verleden tijd

  • ik

  • jij / je

  • hij, zij / ze, het

  • wij / we, jullie, u

Voltooid deelwoord

Aanvoegende wijs

Gebiedende wijs

Examples

  • Morgen ga ik een nieuwe tafel aanschaffen.

    tegenwoordige tijd, indicatief

  • Heeft hij die boeken al aangeschaft?

    voltooid deelwoord, indicatief