Adviseren
VerbInfinitief
Ik wil jou graag adviseren over je studie.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik adviseer je om meer te lezen.
jij / je
Jij adviseert altijd goed.
u
U adviseert de klanten professioneel.
hij, zij / ze, het
Zij adviseert vaak over gezondheid.
wij / we
Wij adviseren om de verpakking goed te lezen.
jullie
Jullie adviseren niet genoeg in deze situatie.
Verleden tijd
ik
Ik adviseerde hem over zijn keuze.
jij / je
Jij adviseerde goede ideeën tijdens de vergadering.
u
U adviseerde haar met veel geduld.
hij, zij / ze, het
Hij adviseerde ons tegen de beëindiging van het project.
wij / we
Wij adviseerden de klanten over de beste opties.
jullie
Jullie adviseerden ons om vroeg te boeken.
zij / ze
Zij adviseerden de studenten om hard te studeren.
Voltooid deelwoord
Ik heb je eerder geadviseerd om niet te haastig te beslissen.
Tegenwoordig deelwoord
Adviserend gedrag is belangrijk in deze rol.
De adviserende rol van de coach is cruciaal.
Aanvoegende wijs
Het is belangrijk dat je advisere maakt over je toekomst.
Gebiedende wijs
Adviseer je collega om zich voor te bereiden.
Adviseer de klant over de beste opties.
Adviseert de teamleider over de aanpak!
Examples
Ik zal je het beste advies geven dat ik kan.
toekomst, indicatief
Als je twijfelt, vraag om een advies.
tegenwoordige tijd, indicatief