Adviseren

Verb

Infinitief

Tegenwoordige tijd

  • ik

  • jij / je

  • u

  • hij, zij / ze, het

  • wij / we

  • jullie

Verleden tijd

  • ik

  • jij / je

  • u

  • hij, zij / ze, het

  • wij / we

  • jullie

  • zij / ze

Voltooid deelwoord

Tegenwoordig deelwoord

Aanvoegende wijs

Gebiedende wijs

Examples

  • Ik zal je het beste advies geven dat ik kan.

    toekomst, indicatief

  • Als je twijfelt, vraag om een advies.

    tegenwoordige tijd, indicatief