Behoeven
VerbInfinitief
Ik moet beter begrijpen wat het betekent te behoeven.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik behoef geen uitleg.
jij / je, u
Jij behoeft geen zorgen te maken.
hij, zij / ze, het
Hij behoeft meer tijd om het project af te ronden.
wij / we, jullie
Wij behoeven hulp bij dit probleem.
Verleden tijd
ik, hij, het
Ik behoefde vorige week een goed advies.
jij / je, u, zij / ze, wij / we, jullie
Zij behoefden meer uitleg tijdens de les.
Voltooid deelwoord
Ik heb altijd veel tijd behoefd om te leren.
Tegenwoordig deelwoord
Behoevend om meer informatie, vroeg hij om hulp.
De behoeftige mensen worden geholpen door het fonds.
Aanvoegende wijs
Ik wens dat hij in behoeft hulp zoekt.
Gebiedende wijs
jij / je
Behoef niet te twijfelen aan jezelf.
u
U behoeft niets te zeggen.