Berouw

deCommon Noun
1
Simple
Compound
Past Tense
Present Tense
Future Tense
Declarative
Complex
Interrogative
Imperative
Context & Scenario
Context & Scenario
Related Word
Synonym
Context & Scenario
Idiomatic
Een jonge man zit alleen op een rots bij schemering, met zijn hoofd in zijn handen, vertonende diepe spijt in een dramatische barokke setting.
Barokke scène van spijt en berouw
Een jonge man zit alleen op een rots bij schemering, met zijn hoofd in zijn handen, vertonende diepe spijt in een dramatische barokke setting.
2
Complex
Simple
Compound
Present Tense
Future Tense
Past Tense
Declarative
Interrogative
Imperative
Context & Scenario
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Related Word
Idiomatic
Een berouwvolle man knielend in een rustige kapel met gevouwen handen in gebed, omgeven door gekleurd licht van het glas-in-lood.
Berouwvolle man in kapel met gevouwen handen
Een berouwvolle man knielend in een rustige kapel met gevouwen handen in gebed, omgeven door gekleurd licht van het glas-in-lood.