Betweter
deCommon Nouniemand die altijd denkt het beter te weten dan anderen, vaak met een negatieve connotatie
(een persoon die te veel natuurlijk en altijd zijn mening geeft)
Hij is zo'n betweter die nooit zwijgt tijdens de les.
Iedereen vindt haar een betweter omdat ze altijd denkt dat ze gelijk heeft.
- Simple
Zijn mening is vaak ongevraagd.
een sarcastische of speelse aanduiding voor iemand die graag wijsneuzig is
(het wordt vaak in een lollige context gebruikt)
Hij noemt zichzelf geen betweter, maar gewoon goed geïnformeerd.
Op de school noemen ze haar de betweter omdat ze altijd met de antwoorden komt.
- Compound
Hij is wijsneuzig, maar zij vindt het leuk omdat hij veel weet.
- Complex
De wijsneuzige jongen, die altijd een antwoord heeft, wordt soms niet serieus genomen.
- Simple
Zij is altijd zo wijsneuzig tijdens vergaderingen.
- Present Tense
Hij geeft altijd wijsneuzige opmerkingen die iedereen aan het lachen maken.
- Future Tense
Morgen zal je zien hoe wijsneuzig hij op de presentatie zal zijn.
- Past Tense
Hij was zo wijsneuzig dat hij de groep vermaakte met zijn feiten.
- Declarative
Ze is heel wijsneuzig als het om geschiedenis gaat.
- Imperative
Laat hem niet zo wijsneuzig zijn met zijn feiten!
- Interrogative
Is hij weer zo wijsneuzig over dat onderwerp?
- Context & Scenario
In het dagelijks leven maakt hij vaak wijsneuzige opmerkingen die iedereen aan het lachen maken.
- Context & Scenario
In de klas is er altijd iemand die wijsneuzig is, zoals hij.
- Context & Scenario
Tijdens een feestje maakte ze een wijsneuzige opmerking over de film.
- Synonym
Als een wijsneuzige kun je soms irriterend zijn voor anderen.
- Related Word
Hij is de wijsneuzige van de groep, altijd vol interessante feiten.
- Idiomatic
Met zijn wijsneuzige opmerkingen kan hij soms de sfeer verbeteren.
diminutief vorm, een schattige of minder serieuze betekenis van het woord
(een liefkozend of mildly spottend gebruik van de term)
Kijk nou eens naar dat betwetertje, zo schattig met zijn grote boeken.
Ze noemt haar zoon betwetertje als hij weer iets leert op school.
- Simple
De kat is een schattig diertje.
- Complex
Deze jongen, die altijd met zijn kleine speelgoed speelt, heeft een schattige manier van leren.
- Compound
De kat is schattig en het hondje is ook klein.
- Present Tense
Ze noemt haar kleindochter een knuffeltje.
- Past Tense
Gisteren noemden we de pup schattig.
- Future Tense
Ze zal haar nieuwe puppy een schattig naam geven.
- Declarative
Hij speelt met zijn schattige teddybeer.
- Interrogative
Is die bolle kat niet schattig?
- Imperative
Noem de kat maar een schatje!
- Context & Scenario
Ik geef mijn kinderen altijd een schattig speeltje.
- Context & Scenario
In de klas zegt de lerares dat zulke diminutieven leuk zijn voor het leren.
- Context & Scenario
Bij het verjaardagsfeestje noemden ze de nieuwe bal schattig.
- Synonym
Dat schatje kijkt altijd met grote ogen.
- Related Word
Het gebruik van schattige namen geeft een gevoel van affectie.
- Idiomatic
Hij noemt zijn vriendin soms 'lieverd', dat is ook een soort diminutief.