Bijten
Verbmet de tanden in iets of iemand doordringen
(dieren of mensen kunnen bijten)
De hond kan soms bijten als hij bang is.
Zij bijt in een appel tijdens het ontbijt.
- Complex
Wanneer hij zich bedreigd voelt, bijt de slang in zijn prooi.
- Future Tense
Als we morgen gaan vissen, zullen de vissen wellicht bijten.
- Imperative
Bijt niet in de koekjes, ze zijn voor de gasten!
- Context & Scenario
Als ik thuis kom, bijt de hond altijd vrolijk in mijn schoen.
- Synonym
De tijger bijt in het vlees van zijn vangst.
- Compound
De hond bijt in de bal, en hij lijkt er gelukkig mee te zijn.
- Present Tense
De vis bijten vaak als de haak in het water wordt gegooid.
- Declarative
De hond kan echt bijten als hij zich niet op zijn gemak voelt.
- Context & Scenario
Tijdens de les hebben we geleerd hoe een wolf in zijn prooi bijt.
- Related Word
De hond koos het bot en begon eraan te bijten.
- Simple
De kat bijt in mijn hand als ik haar probeer te aaien.
- Past Tense
Gisteren beet de muis in het stuk kaas dat ik op de tafel had gelegd.
- Interrogative
Bijt jij ook in je nagels als je nerveus bent?
- Context & Scenario
Tijdens het feestje bijt de jongen in zijn verjaardagstaart.
- Idiomatic
Hij heeft de nagels zo kort gebeten dat ze pijn doen.
iemand pijn doen met woorden of daden
(bijten als uitdrukking van emotionele pijn)
Haar opmerkingen kunnen soms bijten.
Die kritiek kan echt bijten als je er gevoelig voor bent.
- Complex
Als je gelooft wat zij zegt, kan dat je emotioneel pijn doen.
- Present Tense
Hij doet haar vaak pijn met zijn opmerkingen.
- Interrogative
Doet deze kritiek je pijn?
- Context & Scenario
Wanneer ik gemeen ben, kan dat anderen pijn doen.
- Compound
Zijn woorden kunnen pijn doen, maar ze zijn niet altijd bedoeld om te kwetsen.
- Future Tense
Hij zal haar waarschijnlijk opnieuw pijn doen als hij zo doorgaat.
- Imperative
Doe geen pijn met je woorden!
- Simple
Zijn woorden kunnen veel pijn doen.
- Past Tense
Hij deed haar pijn met zijn harde woorden.
- Declarative
Dat kan je echt pijn doen in je hart.
een bepaalde stoornis of infectie veroorzaken, vaak in de context van parasieten
(insecten kunnen bijten)
De muggen bijten in de zomer vaak.
De hond is gebeten door een teek, dus moet naar de dierenarts.
- Complex
Als je niet oppast, kan een insectenbeet leiden tot een ernstige infectie.
- Future Tense
In de toekomst zal ik altijd insectenwerende middelen gebruiken om infecties te voorkomen.
- Imperative
Wees voorzichtig met insecten; voorkom een infectie!
- Context & Scenario
Ik heb een pleister op de beet omdat ik bang ben voor een infectie.
- Synonym
Een beet van een insect kan een ziekte, of infectie, met zich meebrengen.
- Compound
Een infectie kan gevaarlijk zijn, maar met de juiste behandeling kan je herstellen.
- Present Tense
De arts zegt dat je voorzichtig moet zijn met insectenbeten omdat ze infecties kunnen geven.
- Declarative
Een insect kan een infectie veroorzaken.
- Context & Scenario
In de school leren we over hoe insecten infecties verspreiden in de natuur.
- Idiomatic
Pas op voor insecten; je wilt geen griepje oplopen door die beet!
- Simple
Een infectie kan ontstaan door een beet van een insect.
- Past Tense
Vorige week kreeg ik een infectie na een muggenbeet.
- Interrogative
Kan een insect echt zo'n ernstige infectie veroorzaken?
- Context & Scenario
Tijdens het tuinfeest zagen we veel muggen, en we waren bang voor een infectie.
- Related Word
Parasieten kunnen infecties veroorzaken die moeilijk te bestrijden zijn.
een sterke aantrekkingskracht hebben, vooral in de vorm van nieuwsgierigheid
(iets kan bijten als het intrigerend is)
De titel van het boek bijt echt, ik wil het lezen.
Die film bijt; het lijkt een spannende plot te hebben.
- Simple
Die tentoonstelling heeft een grote aantrekkingskracht.
- Past Tense
De oude film had veel aantrekkingskracht op het publiek.
- Interrogative
Heeft die voorstelling een aantrekkingskracht op jou?
- Compound
Die tentoonstelling heeft een grote aantrekkingskracht, maar ik heb geen tijd om te gaan.
- Present Tense
De nieuwe smartphone heeft veel aantrekkingskracht.
- Imperative
Kies iets dat aantrekkingskracht heeft!
- Complex
De tentoonstelling, die unieke kunstwerken toont, heeft een sterke aantrekkingskracht.
- Future Tense
De nieuwe serie zal zeker een sterke aantrekkingskracht hebben.
- Declarative
Die avonden in de stad hebben altijd een aantrekkingskracht.
- Context & Scenario
Het nieuwe café in de stad heeft veel aantrekkingskracht.