Bips
deCommon Nounde achterste, het achterwerk van een persoon
(bij kinderen vaak een speelse term voor het achterwerk)
De jongen viel en viel op zijn bips.
Zij zat met haar bips op de grond.
- Simple
Het kind zat op zijn achterwerk in het gras.
- Present Tense
Zij heeft een zacht achterwerk.
- Declarative
Het is belangrijk om je achterwerk te beschermen als je op de fiets zit.
- Context & Scenario
Tijdens het spelen viel het kind op zijn achterwerk.
- Synonym
De kinderen vallen graag op hun bips in het park.
- Complex
Omdat hij zijn balans verloor, viel hij op zijn achterwerk in de modder.
- Past Tense
Ze viel en landde op haar achterwerk.
- Imperative
Zit op je achterwerk en wees voorzichtig!
- Context & Scenario
In de klas kwam de leraar binnen en vroeg wie er met zijn achterwerk op de grond zat.
- Related Word
Hij struikelde en lag op zijn achterwerk in de tuin.
- Compound
De kinderen spelen op het gras, maar ze kunnen niet zitten omdat hun achterwerken nat zijn.
- Future Tense
Morgen zal hij veilig op zijn achterwerk landen tijdens het vallen.
- Interrogative
Heb je je achterwerk niet pijn gedaan tijdens het spelen?
- Context & Scenario
Laten we op het gras gaan zitten, maar wel voorzichtig met ons achterwerk!
- Idiomatic
Hij viel met zijn achterwerk in de lucht en gaf een luide schreeuw.
- Simple
Het kind was blij en sprong met zijn achterwerk op de trampoline.
- Present Tense
Hij valt vaak en komt met zijn achterwerk op de grond.
- Future Tense
Volgende week zal hij voorzichtig zijn met zijn achterwerk tijdens het spelen.
- Imperative
Zorg ervoor dat je achterwerk veilig is als je speelt!
- Context & Scenario
In de klas weten de kinderen dat ze voorzichtig moeten zijn met hun achterwerk tijdens gym.
- Related Word
De kleuter viel met zijn achterste op de speelmat.
- Compound
De kinderen speelden en renden, maar vielen soms met hun achterwerk op de grond.
- Past Tense
Zij viel gisteren met haar achterwerk op de straat.
- Declarative
Het is belangrijk om je achterwerk te beschermen als je speelt.
- Interrogative
Heb je ook je achterwerk pijn gedaan tijdens het vallen?
- Context & Scenario
De kinderen zetten hun achterwerk op de schommel.
- Context & Scenario
Tijdens het verjaardagsfeestje zaten de kinderen met hun achterwerk op het gras te spelen.
- Idiomatic
Uiteindelijk kwam alles goed, ook al ging zijn achterwerk de lucht in!
- Complex
Als het kind valt, komt zijn achterwerk altijd in de lucht.
- Synonym
Het achterwerk van het kindje was bedekt met een vrolijke luier.
informele, vaak kinderlijke manier om naar het achterwerk te verwijzen
(gebruik in een speelse of schertsendecorrelatie)
Hij heeft een grappige bips, net als een baby.
Bij het spelen valt hij steeds op zijn bipsje.
- Complex
Wanneer je niet oppast, kun je op je bips vallen, wat pijnlijk kan zijn.
- Past Tense
Gisteren viel hij hard op zijn bips tijdens het spelen.
- Interrogative
Hoeveel keer ben je op je bips gevallen?
- Compound
Hij viel van de schommel en landde op zijn bips, maar hij lachte.
- Present Tense
Ik zie dat je bips lekker zacht is.
- Declarative
Hij heeft een schattige bips!
- Context & Scenario
Kinderen spelen vaak en vallen soms op hun bips.
- Simple
Ze maakte een grapje over haar bips.
- Future Tense
Morgen zal ik voorzichtig zijn zodat ik niet op mijn bips val.
- Imperative
Kijk uit en val niet op je bips!
- Complex
Als je goed kijkt, zie je dat de informele term 'bips' vaak in kinderboeken wordt gebruikt.
- Present Tense
Ik gebruik deze informele term vaak in mijn gesprekken met vrienden.
- Imperative
Gebruik nu de informele term voor jouw achterwerk!
- Context & Scenario
Als mijn kinderen aan het spelen zijn, zeggen ze vaak 'ik ben op mijn bips gevallen'.
- Related Word
Het woord 'achtterwerk' is een meer formele term, terwijl 'bips' informeel is.
- Simple
Dit is een informele term voor het achterwerk.
- Past Tense
Vroeger noemde ik het steeds een bipsje toen ik jong was.
- Interrogative
Wat is een informele term voor het achterwerk in het Nederlands?
- Context & Scenario
Bij de kleuterschool leren we de informele term 'bips' te gebruiken met plezier.
- Synonym
Een synoniem voor 'bips' is 'kont'.
- Compound
De kinderen lachen en zeggen dat hun lerares een leuke bips heeft, maar ze weten niet beter.
- Future Tense
Morgen zal ik deze informele term gebruiken tijdens het spelen.
- Declarative
De kinderen leren dat 'bips' een informele term is voor hun achterwerk.
- Context & Scenario
Tijdens het feestje gebruikten de kinderen de term 'bips' om te lachen.
- Idiomatic
Ze ziet eruit als een clown als ze valt op haar bips, maar iedereen lacht.
in het diminutief, schattiger of kleiner aspect van het achterwerk
(gebruik voor de bips van een klein kind)
Het kindje heeft een schattig bipsje met een luiertje.
Na het zwemmen in het zwembad heeft ze haar bipsjes droog geblazen.
- Compound
Het meisje heeft een schattig bipsje, maar haar broer houdt niet van zulke dingen.
- Future Tense
Morgen zal het kind zijn bipsje laten zien tijdens het spelen.
- Interrogative
Heeft het kindje een schattig bipsje?
- Context & Scenario
In de speeltuin was er een kindje met een schattig bipsje dat iedereen graag wilde knuffelen.
- Complex
Het kleine kind, dat graag speelt in de tuin, heeft een bipsje dat iedereen leuk vindt.
- Past Tense
Gisteren zag ik dat de baby's bipsjes heel schattig waren.
- Imperative
Laat je bipsje even zien!
- Simple
Het meisje draagt een schattig rokje dat haar bipsje benadrukt.
- Present Tense
De moeder zegt dat haar dochter een schattig bipsje heeft.
- Declarative
De vader zegt dat het bipsje van zijn kind heel schattig is.
- Declarative
De kleine heeft haar bipsje gekleed in een mooie broek op school.
- Compound
Ze heeft een bipsje, en het is echt heel schattig.
- Future Tense
Ze zal binnenkort haar bipsje laten zien.
- Complex
Haar bipsje, dat eruitziet als een schattig bolletje, maakt iedereen blij.
- Past Tense
Hij speelde met zijn schattige bipsje in de speeltuin.
- Simple
De peuter heeft een vriendelijk bipsje.
- Present Tense
Het kindje loopt met een vrolijk bipsje.
- Interrogative
Heb je het schattige bipsje van het kindje gezien?
- Context & Scenario
In de klas leerde de lerares over het gebruik van het diminutief, zoals 'bipsje'.
- Related Word
De peuter met het kleinere achterwerk rent snel weg.
- Declarative
Dat kindje heeft een schattig bipsje!
- Context & Scenario
Het kindje showt zijn bipsje als het speelt.
- Context & Scenario
Tijdens het feest zag ik veel enthousiaste peuters met hun bipsjes.
- Interrogative
Het kind heeft het zo goed onder de knie, dat het nu zijn bipsje kan laten zien zonder shyness.
- Imperative
Laat je bipsje maar zien!
- Synonym
De kleine kreeg een leuke bijnaam voor zijn schattige bipsje: 'bipsie'.