Bips

deCommon Noun
1
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Complex
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Compound
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Idiomatic
Simple
Present Tense
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Compound
Past Tense
Declarative
Interrogative
Context & Scenario
Context & Scenario
Idiomatic
Complex
Synonym
Een jonge kind ligt op de grond met hun benen in de lucht, lachend en omringd door bloemen op een grasveld.
Speelse Kinderen Op Gras Vallen en Lachen
Een jonge kind ligt op de grond met hun benen in de lucht, lachend en omringd door bloemen op een grasveld.
2
Complex
Past Tense
Interrogative
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Simple
Future Tense
Imperative
Complex
Present Tense
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Synonym
Compound
Future Tense
Declarative
Context & Scenario
Idiomatic
Een jong kind speelt in een zonnig park en valt joyful op zijn bipsje in het gras, omringd door bloemen en een spelend puppy.
Gelukkig kind speelt in park met puppy
Een jong kind speelt in een zonnig park en valt joyful op zijn bipsje in het gras, omringd door bloemen en een spelend puppy.
3
Compound
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Complex
Past Tense
Imperative
Simple
Present Tense
Declarative
Declarative
Compound
Future Tense
Complex
Past Tense
Simple
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Declarative
Context & Scenario
Context & Scenario
Interrogative
Imperative
Synonym
Een klein kind met een schattige, luierachtige achterkant speelt vrolijk in de sneeuw.
Schattig kind speelt in de sneeuw
Een klein kind met een schattige, luierachtige achterkant speelt vrolijk in de sneeuw.