Bommel
deCommon Nouneen ronde bal of bol, vaak gebruikt als soort versiering of als onderdeel van iets
(een bommel kan deel uitmaken van een kraag of een gordijn)
De bommel aan de kraag van mijn jas is losgeraakt.
Ze heeft een bommel aan het uiteinde van de sjaal bevestigd.
- Complex
De versiering die aan de randen van de tafelloper hangt, geeft een feestelijk gevoel.
- Past Tense
Ik kocht een versiering voor de kerstboom vorig jaar.
- Interrogative
Wat voor versiering ga je gebruiken voor de bruiloft?
- Context & Scenario
Ik heb een versiering voor de verjaardag van mijn vriendin gekocht.
- Related Word
De versiering, die ik heb gemaakt, is perfect voor de gelegenheid.
- Compound
De versiering aan de gordijnen is mooi, maar ik hou meer van eenvoud.
- Present Tense
Ik koop een nieuwe versiering voor mijn huis.
- Declarative
Deze versiering maakt de kamer gezelliger.
- Context & Scenario
In de kunstles leren we hoe we versieringen kunnen maken voor onze projecten.
- Context & Scenario
Tijdens het feest deelden we versieringen uit aan de kinderen.
- Simple
De versiering op de kroonluchter is schitterend.
- Future Tense
Ik zal een unieke versiering voor het feest maken.
- Imperative
Kies een versiering die bij onze stijl past!
- Synonym
Een decoratie kan ook worden gezien als een versiering.
- Idiomatic
De versiering zorgt voor een feestje in de kamer, echt een lust voor het oog!
een soort speelse of schertserige benaming voor het hoofd, vaak in kindertaal of informele gesprekken
(iemand noemt het hoofd een bommel)
Hij zegt altijd dat zijn hoofd een bommel is als hij iets doms doet.
De kinderen lachen als ze hem bommel noemen.
- Compound
Hij noemt zijn hoofd een bommel, en zijn vriend noemt het ook zo.
- Past Tense
Gisteren noemde mijn zus haar hoofd een bommel tijdens het spel.
- Declarative
Mijn hoofd doet pijn, maar ik noem het toch een bommel.
- Context & Scenario
Als ik blij ben, zeg ik altijd dat mijn hoofd een bommel is.
- Related Word
De kinderen vinden het leuk om met hun bommels te spelen.
- Complex
De jongen, die altijd speelse namen voor zijn hoofd bedenkt, noemt het soms een bommel.
- Future Tense
Morgen zal ik mijn hoofd weer een bommel noemen als ik ga spelen.
- Imperative
Noem je hoofd een bommel en lach!
- Context & Scenario
We hebben in de klas geleerd dat kinderen vaak hun hoofd schertsend een bommel noemen.
- Context & Scenario
Op het feestje zeiden de kinderen dat iedereen zijn hoofd een bommel moest noemen voor de grap.
- Simple
Zijn bommel is zo groot dat het lijkt alsof hij altijd aan het lachen is.
- Present Tense
Ik noem mijn hoofd graag een bommel wanneer ik vrolijk ben.
- Interrogative
Noemt hij zijn hoofd ook een bommel of iets anders?
- Synonym
In plaats van hoofd, gebruiken sommige kinderen het woord bommel.
- Idiomatic
Dat kind is zo speels dat hij zijn hoofd altijd een bommel noemt.
een term in spellen, vaak verwijzend naar een bal die rond en vaak zacht is
(bij spelletjes wordt vaak met bommels gespeeld)
We gebruikten een bommel in het paarse spel voor de kinderen.
Zij gooien de bommel naar elkaar in de lucht.
- Simple
De bommel rolt over de grond.
- Compound
De kinderen gooien de bommel, en de volwassen kijken toe.
- Complex
Als je de bommel vangt, dan win je het spel.
- Present Tense
De kinderen spelen met een bommel in het park.
- Past Tense
Gisteren speelden we met een bommel in de tuin.
- Future Tense
Morgen gaan we met een bommel spelen.
- Declarative
De bommel lijkt erg leuk.
- Interrogative
Hebben jullie de bommel al gevonden?
- Imperative
Gooi de bommel naar mij!
- Context & Scenario
In het park spelen we met een bommel.
- Context & Scenario
In de klas leren we over spellen met verschillende ballen, zoals een bommel.
- Context & Scenario
Tijdens het feestje gooiden we de bommel naar elkaar.
- Synonym
De bal, ook wel bommel genoemd, is erg zacht.
- Idiomatic
Met een bommel op het grasveld spelen is altijd leuk.
- Related Word
De spelregels zijn duidelijk, en iedereen weet hoe de bommel te gebruiken.