Borg
deCommon Nounwaarborg; garantie dat iets terugbetaald of uitgevoerd zal worden
(een borg wordt gevraagd bij het huren van een woning)
Je moet een borg betalen voordat je het appartement kunt huren.
De huurcontract vereist een borg van twee maanden huur.
- Complex
Als je een woning huurt, is het belangrijk om te begrijpen wat de waarborg inhoudt.
- Compound
Iedereen moet een waarborg betalen, en dat geldt ook voor studenten.
- Simple
Een waarborg is meestal een voorwaarde bij het huren van een huis.
persoon die garant staat voor de verplichtingen van een ander
(een borg moet betrouwbaar zijn)
Hij is de borg voor zijn vriend die een lening afsluit.
De ouders zijn vaak de borg voor studentenleningen.
- Simple
Zij is garant voor het huurcontract van haar broer.
- Present Tense
De ouders zijn vaak garant voor de schulden van hun kinderen.
- Declarative
Een garant krijgt soms rente op het geleende bedrag.
- Simple
Hij heeft zijn ouders nodig als garant voor de huur.
- Compound
Hij is garant voor de lening, maar hij moet ook zijn eigen geld beheren.
- Past Tense
Hij stond garant voor het zakelijke voorstel van zijn collega.
- Imperative
Sta garant voor je vrienden als zij hulp nodig hebben!
- Complex
De vrouw, die garant staat voor de hypotheek, heeft vertrouwen in haar vriend.
- Future Tense
Zij zal garant staan voor de nieuwe onderneming van haar zus.
- Interrogative
Sta jij garant voor deze lening?
voorwerp of waarde dat als garantie wordt gegeven
(een borg kan een waardevol item zijn)
Zij gaf haar fiets als borg voor de lening.
Een borg kan ook een dure tas zijn die je in pand geeft.
- Complex
Als je een borg nodig hebt, kan een waardevol object, zoals een laptop, nuttig zijn.
- Future Tense
Hij zal zijn camera als waardevol voorwerp voor de huur gebruiken.
- Declarative
De sieraad is waardevol en kan ook worden verkocht als het nodig is.
- Context & Scenario
De waardevolle antiek die ze erfde, wordt vaak bewonderd in musea.
- Simple
Deze ring is een waardevol voorwerp dat ik van mijn grootmoeder heb gekregen.
- Present Tense
Dit speelgoed is waardevol voor mij omdat het van mijn beste vriend is.
- Imperative
Bewaar dit waardevolle voorwerp goed!
- Compound
Ik heb een waardevol stuk kunst en een antieke klok als borg gegeven.
- Past Tense
Ze gaf een waardevol schilderij als borg voor de lening.
- Interrogative
Is dit voorwerp waardevol genoeg om als borg te dienen?