Borg

deCommon Noun
1
Complex
Compound
Simple
Vrolijke illustratie van een persoon voor een kleurrijk appartement, met een grote sleutel en een munt met het label 'borg'
Vrolijke illustratie van huur waarborg en sleutel symbool
Vrolijke illustratie van een persoon voor een kleurrijk appartement, met een grote sleutel en een munt met het label 'borg'
2
Simple
Present Tense
Declarative
Simple
Compound
Past Tense
Imperative
Complex
Future Tense
Interrogative
Een jonge man tekent vol vertrouwen een leningovereenkomst in een gezellige, zonnige kamer, omringd door steunende vrienden en familie.
Jonge man tekent leningovereenkomst met steun van familie
Een jonge man tekent vol vertrouwen een leningovereenkomst in een gezellige, zonnige kamer, omringd door steunende vrienden en familie.
3
Complex
Future Tense
Declarative
Context & Scenario
Simple
Present Tense
Imperative
Compound
Past Tense
Interrogative
Jonge vrouw geeft een elegante designerhandtas als borg voor een lening in een sfeervolle, zacht verlichte ruimte
Elegante handtas als borg voor een lening
Jonge vrouw geeft een elegante designerhandtas als borg voor een lening in een sfeervolle, zacht verlichte ruimte