Buurvrouw
deCommon Nounde vrouw die naast je woont
(de buurvrouw helpt me vaak met klusjes)
Mijn buurvrouw heeft een prachtig tuin.
Als ik vragen heb, kan ik het altijd aan de buurvrouw vragen.
- Simple
Mijn buurvrouw is altijd vriendelijk.
- Compound
Mijn buurvrouw maakt lekkere soep, maar ik kan het niet zo goed maken.
- Complex
Als ik thuis ben, helpt mijn buurvrouw me met het schoonmaken.
- Present Tense
De buurvrouw woont naast mij.
- Past Tense
Mijn buurvrouw, die vaak met mijn kinderen speelt, kwam gisteren op bezoek.
- Future Tense
Volgende week zal mijn buurvrouw me helpen met verhuizen.
- Declarative
De buurvrouw helpt me altijd met klusjes.
- Interrogative
Helpt de buurvrouw je met de tuin?
- Imperative
Vraag de buurvrouw om hulp!
- Context & Scenario
Ik praat vaak met mijn buurvrouw over het weer.
- Context & Scenario
We leren over buurtinitiatieven in de klas.
- Context & Scenario
Zaterdagochtend ontmoeten we onze buurvrouw voor een koffie.
- Related Word
De buurt is veilig en erg vriendelijk.
- Synonym
Mijn buurman is ook een vriend van de buurvrouw.
- Idiomatic
Het is altijd handig om goede buren te hebben, want veel handen maken licht werk.
de vrouw van een buur
(de buurvrouw werkt vaak aan haar huis)
Onze buurvrouw heeft een hond waar ze vaak mee wandelt.
De buurvrouw organiseerde een gezellige barbecue voor de buren.
- Complex
De buurvrouw, die naast ons woont, heeft veel planten in haar tuin.
- Simple
De buurvrouw helpt mij altijd met mijn tuin.
- Compound
De buurvrouw kom altijd op zondag langs, en we maken samen koffie.
- Present Tense
Mijn buurvrouw werkt elke dag in de tuin.
- Past Tense
Gisteren sprak ik met de buurvrouw over de nieuwe straatverlichting.
- Future Tense
Volgende week zal de buurvrouw me helpen een meubelstuk te verhuizen.
- Declarative
De buurvrouw is altijd vriendelijk.
- Interrogative
Komt de buurvrouw naar het feest vanavond?
- Imperative
Praat met de buurvrouw als je vragen hebt.
- Context & Scenario
Ik zie mijn buurvrouw elke ochtend als ik ga joggen.
vriendschappelijke relatie tussen buren
(ik drink koffie met de buurvrouw)
Op zondag komt de buurvrouw vaak langs voor een bezoekje.
De buurvrouw en ik hebben elkaar geholpen met verhuizen.
- Simple
Ik heb een goede relatie met mijn buren.
- Compound
Mijn buren en ik hebben een goede relatie, maar we kennen elkaar nog niet goed.
- Complex
De relatie die ik met mijn buurvrouw heb, is heel belangrijk voor mij.
- Present Tense
Ze onderhoudt een fijne relatie met haar buren.
- Past Tense
We hadden een goede relatie last summer, maar zijn nu minder close.
- Future Tense
Morgen zal ik haar uitnodigen, zodat we onze relatie kunnen versterken.
- Interrogative
Heb je een relatie met je buren?
- Imperative
Bouw een sterke relatie op met je buren.
- Declarative
De buurvrouw heeft een vriendelijkere relatie met meer buren.
- Context & Scenario
Ik drink vaak koffie om mijn relatie met de buurvrouw te verbeteren.
- Context & Scenario
In de klas hebben we een goede relatie met onze leraar.
- Context & Scenario
Tijdens het buurtfeest ontstond er een hechte relatie tussen de buren.
- Synonym
Die band is vergelijkbaar met onze relatie,
- Related Word
In een goede relatie is communicatie belangrijk.
- Idiomatic
Onze relatie is als een goed huwelijk, vol vertrouwen en steun.