Deal

deCommon Noun
1
Complex
Present Tense
Imperative
Simple
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Compound
Past Tense
Declarative
Twee zakenlieden schudden elkaar de hand in een weelderige vergaderzaal, met productmonsters op een grote tafel.
Overeenkomst tussen zakenlieden in Barokke stijl
Twee zakenlieden schudden elkaar de hand in een weelderige vergaderzaal, met productmonsters op een grote tafel.
2
Complex
Past Tense
Imperative
Synonym
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Context & Scenario
Compound
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Idiomatic
Een hyper-realistisch beeld van een grandioze winkel met kleurrijke banners voor een aanbieding, met een klant die enthousiast naar een vakantiebrochure kijkt.
Adembenemende winkelaanbieding met reisbrochure
Een hyper-realistisch beeld van een grandioze winkel met kleurrijke banners voor een aanbieding, met een klant die enthousiast naar een vakantiebrochure kijkt.
3
Simple
Past Tense
Declarative
Compound
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Complex
Future Tense
Imperative
Een vrolijke autodealer en een blije klant schudden elkaar de hand in een kleurrijke autoshowroom.
Vrolijke autodealer en tevreden klant in kleurrijke showroom
Een vrolijke autodealer en een blije klant schudden elkaar de hand in een kleurrijke autoshowroom.
4
Complex
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Compound
Future Tense
Declarative
Interrogative
Context & Scenario
Idiomatic
Simple
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Synonym
Related Word
Een levendige marktscène met handelaars en klanten die onderhandelen over goederen, symbool voor veranderlijke deals.
Marktscène: Onderhandelingen en Veranderlijkheid in de Deal
Een levendige marktscène met handelaars en klanten die onderhandelen over goederen, symbool voor veranderlijke deals.