Diminutief

hetCommon Noun
1
Simple
Present Tense
Compound
Complex
Past Tense
Declarative
Imperative
Context & Scenario
Synonym
Idiomatic
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Context & Scenario
Related Word
Een kleurrijke kamer met een schattig, klein stoeltje dat 'stoeltje' heet, omringd door speelse geometrische vormen.
Schattig Stoeltje in Retro-Futuristische Kamer
Een kleurrijke kamer met een schattig, klein stoeltje dat 'stoeltje' heet, omringd door speelse geometrische vormen.
2
Simple
Compound
Present Tense
Complex
Past Tense
Future Tense
Declarative
Interrogative
Context & Scenario
Context & Scenario
Related Word
Imperative
Context & Scenario
Synonym
Idiomatic
Een leerkracht in een klaslokaal wijst naar een muur vol kleurrijke voorbeelden van verkleinwoorden in het Nederlands.
Dramatische Klaslokaalscène met Verkleurwoorden in het Nederlands
Een leerkracht in een klaslokaal wijst naar een muur vol kleurrijke voorbeelden van verkleinwoorden in het Nederlands.
3
Compound
Past Tense
Declarative
Simple
Present Tense
Imperative
Complex
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Twee vrienden in een gezellig Nederlands café, levendig in gesprek met verkleinwoorden.
Vriendschap en Diminutieven in een Nederlands Café
Twee vrienden in een gezellig Nederlands café, levendig in gesprek met verkleinwoorden.