Duit

deCommon Noun
1
Simple
Past Tense
Imperative
Complex
Future Tense
Interrogative
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Een kind geeft drie glanzende oude Nederlandse munten (duiten) aan een krantenverkoper in een levendige marktscène.
Oude Nederlandse munten in levendige marktscène
Een kind geeft drie glanzende oude Nederlandse munten (duiten) aan een krantenverkoper in een levendige marktscène.
2
Simple
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Compound
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Idiomatic
Related Word
Jonge persoon telt kleine munten aan een rustiek houten tafel in een somber verlichte omgeving.
Jongere telt duiten in sombere setting
Jonge persoon telt kleine munten aan een rustiek houten tafel in een somber verlichte omgeving.
3
Simple
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Idiomatic
Complex
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Compound
Future Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Meisje verzamelt kleine muntjes op een geplaveid pad in een nostalgisch dorpsscène.
Spelende jongen verzamelt duitjes in een betoverend dorp
Meisje verzamelt kleine muntjes op een geplaveid pad in een nostalgisch dorpsscène.