Erkennen
VerbAuxiliary Verb
hebben
werkwoord
Dit werkwoord geeft vaak een erkenning of bewustzijn aan.
Infinitief
Ik wil je graag erkennen voor je inspanningen.
Tegenwoordig deelwoord
De erkennende houding van de trainer helpt de spelers.
Zij had een erkennende blik terwijl ze naar de presentatie keek.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik erken mijn fout.
jij / je
Jij erkent de waarde van teamwork.
u
U erkent de uitdagingen van deze situatie.
hij
Hij erkent dat hij hulp nodig heeft.
zij / ze
Zij erkent de waarheid achter het verhaal.
het
Het erkent de belangrijke rol van vrijwilligers.
wij / we
Wij erkennen onze verantwoordelijkheid.
jullie
Jullie erkennen allemaal het belang van leren.
Verleden tijd
ik
Ik erkende de noodzaak om te leren.
jij / je
Jij erkende de hulpvaardigheid van je vrienden.
u
U erkende het belang van goede communicatie.
hij
Hij erkende zijn fouten en verbeterde zijn gedrag.
zij / ze
Zij erkende de waarde van eerlijkheid.
het
Het erkende de bijdrage van de gemeenschap.
wij / we
Wij erkenden de uitdagingen die voor ons lagen.
jullie
Jullie erkenden samen de werkelijkheid van de situatie.
De leden van de commissie erkenden de belangrijke inzichten.
Voltooid deelwoord
Hij heeft zijn bijdrage erkend.
Aanvoegende wijs
Moge elke persoon de waarheid erkennen.
Gebiedende wijs
Erken de inspanningen van je team!
Erkent het belang van goed onderwijs!
Examples
Ik erken de waarde van goede communicatie.
tegenwoordige tijd, indicatief
Zij erkende haar fout en bood haar excuses aan.
verleden tijd, indicatief