Exit

Adverb

←→

💡'Exit' betekent 'weg' of 'vertrekken'.

exit

"Hij loopt exit naar huis."

Begin van de zin
"Exit ga ik naar huis."
Zet de focus op het vertrek.
Midden van de zin
"Hij gaat exit vandaag als het mooi weer is."
Legt de nadruk op het tijdstip.
Einde van de zin
"Ik heb exit gewacht op de bus."
Versterkt de actie van wachten.

exiter

"Deze weg is exiter dan de andere."

'Exiter' wordt zelden gebruikt. Het benadrukt enkel de meer spannende of opvallende manier van vertrekken.

exitst

"Dit is de exitst interessante optie."

'Exitst' is zelden gebruikt en klinkt informeler. Het wordt gebruikt voor de meest opmerkelijke manier van vertrekken.

with "tijd"
"Ga ik exit bij het avondeten."
Dit geeft namelijk aan dat het vertrek na het avondeten plaatsvindt.
with "plek"
"Hij staat exit voor de deur."
Duidt een specifieke locatie aan waar hij vertrekt.

weg
"Hij gaat weg om een boodschap te doen."
Algemeen gebruik, kan ook fysiek zijn.
vertrekken
"Wij vertrekken om 9 uur."
Formeel, vaak gebruik in officiële contexten.

usage:'Exit' kan niet gebruikt worden in formele teksten.
position:Als je 'exit' aan het begin van een zin plaatst, lijkt het alsof je al op het punt staat om te gaan.
register:Het woord is meer populair onder jongeren en in informele spreektaal.