Flossen
Verbtanden reinigen met flosdraad
(iemand flost zijn tanden)
Het is belangrijk om elke dag te flossen voor een gezonde mond.
Zij flost altijd na het tandenpoetsen.
- Past Tense
Hij floste zijn tanden gisteren voor het slapen gaan.
- Declarative
Voor een stralend gebit, is het flossen van tanden essentieel.
- Past Tense
Na het feest voelde mijn mond vies aan omdat ik mijn tanden niet had geflost.
- Future Tense
Zij zal morgen haar tanden flossen na het ontbijt.
- Imperative
Zorg ervoor dat je je tanden goed flost!
- Complex
Ik gebruik flosdraad omdat ik mijn tanden wil reinigen.
- Past Tense
Bij de tandarts leerden we hoe we onze tanden het best kunnen flossen.
- Declarative
Ik heb flosdraad nodig om mijn tanden goed te reinigen.
- Declarative
De tandarts zegt altijd dat flossen net zo belangrijk is als poetsen.
- Interrogative
Is het echt nodig om je tanden te flossen, of is het slechts een advies?
- Compound
Zij flost haar tanden en poetst daarna haar tanden.
- Declarative
Het flossen van je tanden zorgt ervoor dat je tandvlees gezond blijft.
- Imperative
Floss elke dag, dan zullen je tanden gezond blijven!
- Idiomatic
Flossen is geen straf, maar een kans voor een mooie lach!
- Compound
We leren op school dat flossen belangrijk is voor de mondgezondheid.
- Present Tense
Ik flos mijn tanden elke avond.
- Interrogative
Flos je ook je tanden elke dag?
- Compound
Flossen en tandenpoetsen zijn beiden belangrijk voor de mondgezondheid.
- Complex
Als je flost, verwijder je het vuil tussen je tanden.
- Related Word
Flosdraad is handig om tussen de tanden te komen.
- Imperative
Flos je tanden, zodat je gaatjes kunt voorkomen!
- Complex
Ik zie vaak dat kinderen hun tanden niet goed flossen, wat zorgwekkend is.
het reinigen of schoonmaken van iets met draad of een soortgelijk materiaal
(flossen van vis met lijn)
De visser was bezig met flossen om de lijn stevig te maken.
Voordat je begint te koken, moet je de pannen goed flossen.
- Compound
Ik schoonmaak de vis, en daarna ga ik koken.
- Past Tense
Gisteren maakte ik de vis schoon voor het diner.
- Simple
Ik schoonmaak de vis met draad.
- Present Tense
Ik maak de vis schoon voor het koken.
- Interrogative
Maak je de vis schoon voor het koken?
- Imperative
Schoonmaak de vis voordat je hem kookt!
- Complex
Als ik de vis schoonmaak, zorg ik ervoor dat er geen schubben meer op zitten.
- Future Tense
Morgen zal ik de vis schoonmaken voor het feest.
- Declarative
De vis is schoon en klaar om te koken.
- Context & Scenario
Ik maak elke zaterdag de vis schoon die ik heb gevangen.
afval of overtollige onderdelen verwijderen, zoals bij het handwerk
(flossen in de hobby)
Hij flost de draden van zijn breiwerk voor een nettere afwerking.
Ze flost de stukjes stof van de quilt voordat ze verder gaat.
- Complex
Omdat ik wil dat mijn handwerk netjes afgewerkt is, flos ik de overtollige draden voorzichtig weg.
- Simple
Ik flos de losse draden van mijn handwerk om het er beter uit te laten zien.
- Compound
Ik flos de losse draden van mijn handwerk, en daarna begin ik met het in elkaar zetten.