Flossen

Verb
1
Past Tense
Declarative
Past Tense
Future Tense
Imperative
Complex
Past Tense
Declarative
Declarative
Interrogative
Compound
Declarative
Imperative
Idiomatic
Compound
Present Tense
Interrogative
Compound
Complex
Related Word
Imperative
Complex
Vrouw die vredig haar tanden flost voor een vintage spiegel in een sfeervolle badkamer
Vrouw flost tanden in elegante badkamer
Vrouw die vredig haar tanden flost voor een vintage spiegel in een sfeervolle badkamer
2
Compound
Past Tense
Simple
Present Tense
Interrogative
Imperative
Complex
Future Tense
Declarative
Context & Scenario
Een chef-kok die aandachtig een pan schoonmaakt met een stevige draad in een warme, sfeervolle keuken
Chef-kok schoonmaakt pannen voor het koken
Een chef-kok die aandachtig een pan schoonmaakt met een stevige draad in een warme, sfeervolle keuken
3
Complex
Simple
Compound
Vrouw verwijdert overtollige draden van een handgemaakt quilt terwijl ze aan een rustieke houten tafel zit.
Vrouw aan het werk met handwerk en quilt maken
Vrouw verwijdert overtollige draden van een handgemaakt quilt terwijl ze aan een rustieke houten tafel zit.