Eten

Verb

Auxiliary Verb

hebben

werkwoord

Infinitief

Tegenwoordige tijd

  • ik

  • jij / je, u

  • hij, zij / ze, het

  • wij / we, zij / ze

  • jullie

Verleden tijd

  • ik, jij / je, hij, zij / ze, het

  • wij / we, jullie, zij / ze

Voltooid deelwoord

Tegenwoordig deelwoord

Aanvoegende wijs

Gebiedende wijs

Examples