Half
Adjective50% van een geheel
(iets is de helft van een groter object of hoeveelheid)
Ik heb een half brood nodig voor het recept.
Ze gaf hem de halve appel.
- Complex
Hoewel hij de helft van het werk gedaan heeft, moet hij nog steeds de rest afmaken.
- Future Tense
Morgen zal ik de helft van het boek uitlezen.
- Imperative
Deel de helft van de koekjes met je zus.
- Context & Scenario
Hij verdeelde de helft van zijn tijd tussen zijn vrienden en familie.
- Related Word
Het halve uur wachten heeft me vermoeid.
- Simple
De helft van de watermeloen is nog over.
- Compound
Jan kreeg de helft van de taart, en zijn zus kreeg de andere helft.
- Present Tense
Ik deel de helft van mijn lunch met jou.
- Past Tense
Gisteren at ik de helft van de pizza.
- Declarative
De helft van de klas heeft het huiswerk af.
- Interrogative
Is de helft van het bedrag al betaald?
- Context & Scenario
Ik dronk de helft van mijn koffie in de ochtend.
- Context & Scenario
Bij het project kregen we elk de helft van de verantwoordelijkheden.
- Synonym
Ik heb maar een halve taart nodig voor het feest.
- Idiomatic
Hij zit geen halve measures.
de helft vormend van een geheel, 50% van iets
(iets is voor de helft gevuld of ingenomen)
Het glas is maar half vol.
We zijn nu halverwege de wandeling.
- Simple
Het bord spaghetti is half opgegeten.
- Present Tense
Het zwembad is half leeg.
- Declarative
Dit rapport is voor de helft af.
- Simple
Mijn koffie is voor de helft op.
- Present Tense
Het concert is op de helft.
- Imperative
Maak de taart maar voor de helft op!
- Complex
Tijdens de vergadering merkten we dat de voortgang slechts voor de helft was zoals gepland.
- Related Word
Er is nog precies een halve liter melk in de koelkast.
- Complex
Hoewel de zomervakantie nog niet voorbij is, zijn we al op de helft aangekomen.
- Past Tense
De fles was gisteren nog halfvol.
- Imperative
Vul het glas maar half vol!
- Complex
Tijdens het feestje dronken we veel, en na een uur was het vat al voor de helft leeg.
- Future Tense
Volgende week zal ons programma voor de helft bekeken zijn.
- Declarative
De taart is maar voor de helf op.
- Simple
Ontbijt op zaterdagochtend bestaat vaak uit halve porties van alles.
- Synonym
De kledingwinkel had alle artikelen voor de helft van de prijs tijdens de uitverkoop.
- Compound
Het boek is erg lang, maar ik ben nu op de helft.
- Future Tense
Morgen zal de verjaardagstaart voor de helft opgegeten zijn.
- Interrogative
Is de tank al halfvol?
- Compound
De middagpauze is op school voor de helft voorbij, en de kinderen spelen buiten.
- Past Tense
Bij onze vorige bijeenkomst waren we voor de helft klaar met het project.
- Interrogative
Is het werk voor de helft klaar?
- Compound
De middagpauze is nog maar voor de helft voorbij, dus je hebt nog tijd om te ontspannen.
- Idiomatic
Met de helft van het werk gedaan, zijn we al op een goede weg om het project tijdig af te ronden.
gedeeltelijk, niet volledig
(iets is halfklaar of halfgebakken)
Het project is nog maar half af.
Hij kwam half slapend de kamer binnen.
- Compound
De les was gedeeltelijk interessant, maar sommige stukken waren saai.
- Simple
De taart is gedeeltelijk gebakken.
- Past Tense
De vergadering was gedeeltelijk succesvol.
- Future Tense
Het ontwerp zal gedeeltelijk veranderen.
- Interrogative
Was het resultaat gedeeltelijk wat je verwachtte?
- Context & Scenario
Tijdens het feestje was het licht gedeeltelijk gedimd om sfeer te creëren.
- Related Word
Zijn kennis van het onderwerp is oppervlakkig.
- Present Tense
Het rapport is gedeeltelijk klaar.
- Declarative
De uitleg was gedeeltelijk begrijpelijk.
- Complex
De plannen zijn gedeeltelijk goedgekeurd nadat alle details zijn besproken.
- Imperative
Controleer of de lijst gedeeltelijk is ingevuld.
- Context & Scenario
De straat is gedeeltelijk afgesloten voor verkeer.
- Context & Scenario
Het boek dat we lezen is gedeeltelijk al behandeld in de klas.
- Synonym
Het verslag is ten dele aangepast door de redacteur.
- Idiomatic
Het project is in zoverre voltooid.
niet volledig of gedeeltelijk
(iets is niet helemaal af of compleet)
Het project is nog maar half af.
Hij luisterde maar met een half oor naar het verhaal.
- Compound
De taart is gedeeltelijk opgegeten, want Jan was te laat voor het dessert.
- Past Tense
Het gebouw was gedeeltelijk gerenoveerd.
- Declarative
Het raam is gedeeltelijk geopend.
- Context & Scenario
Mijn huiswerk is gedeeltelijk klaar.
- Context & Scenario
De uitnodigingen zijn gedeeltelijk al verstuurd.
- Idiomatic
Hij heeft zijn argumenten maar deels uitgewerkt, dat was alleen het topje van de ijsberg.
- Simple
De taart is gedeeltelijk opgegeten.
- Complex
De taart, die gedeeltelijk was opgegeten, stond nog op tafel.
- Present Tense
Ik ontvang gedeeltelijk mijn salaris op tijd.
- Future Tense
De film zal gedeeltelijk gefilmd worden in Amsterdam.
- Interrogative
Is het rapport gedeeltelijk af of helemaal niet?
- Imperative
Lees het document gedeeltelijk voor.
- Context & Scenario
Het verslag was gedeeltelijk uitgewerkt in de vergadering.
- Synonym
De presentatie was maar deels informatief.
- Related Word
De muur was gedeeltelijk opnieuw geverfd.
vergelijkbaar met halvemaan, een vorm van een cirkel met alleen de helft zichtbaar
(iets heeft een halve vorm)
De maan stond als een halve cirkel aan de hemel.
De stad werd gedurende de middagcuirkel gefotografeerd vanaf een halve hoogte.
- Compound
De halve cirkel was helder zichtbaar, maar de wolken bedekten de rest.
- Present Tense
De maan heeft nu de vorm van een halve cirkel.
- Imperative
Teken een halve cirkel op je papier.
- Context & Scenario
Tijdens het festival hingen er decoraties aan de muur in de vorm van een halve cirkel.
- Idiomatic
Het plan ging in een halve cirkel de mist in.
- Simple
De zon had de vorm van een halve cirkel aan de horizon.
- Complex
Hoewel de maan normaal rond is, leek hij vanavond op een halve cirkel die in de lucht zweefde.
- Past Tense
De maan had gisteren de vorm van een halve cirkel.
- Future Tense
Morgen zal de maan een halve cirkel vormen.
- Declarative
De maan ziet eruit als een halve cirkel vandaag.
- Context & Scenario
Ik zag een regenboog in de vorm van een halve cirkel in de lucht.
- Synonym
De boog, vergelijkbaar met een halve cirkel, stond overeind.
- Interrogative
Zou de maan altijd in de vorm van een halve cirkel blijven?
- Context & Scenario
Wij discussiëren over de vorm van een halve cirkel tijdens de wiskundeles.
- Related Word
De kromming van de brug leek op een halve cirkel.
tussen twee intervallen, zoals bij tijdsbepalingen
(tijd wordt aangeduid met half)
We spreken af om half vier.
Het is kwart over twaalf, dus bijna half één.
- Simple
Simple Sentence: "Het is nu half negen."
- Future Tense
Future Tense: "Ik zal je om half vijf ophalen."
- Imperative
Imperative: "Kom rond half twee naar het station."
- Context & Scenario
Social Situations: "Kun je om half vier bij het café zijn?"
- Idiomatic
Idiomatic Expression: "Het is tijd om de halve finale op tv te kijken."
- Complex
Complex Sentence: "Omdat de klok half twaalf aangeeft, moeten we snel vertrekken."
- Past Tense
Past Tense: "Gisteren was ik om half drie bij de dokter."
- Interrogative
Interrogative: "Is het al half vijf?"
- Context & Scenario
Everyday Life: "We eten om half zes."
- Synonym
Synonym: "We hebben afgesproken om dertig minuten voor zeven."
- Compound
Compound Sentence: "Het is nu half zes, en de vergadering begint om zes uur."
- Present Tense
Present Tense: "Het is half acht in de ochtend."
- Declarative
Declarative: "Hij komt om half zeven thuis."
- Context & Scenario
Work/School: "De les begint om half negen."
- Related Word
Related Word: "Tussen het ontbijt en de lunch is het meestal druk."
een tijdsaanduiding die vijftien minuten voor of na het vermelde uur is
(iets begint om half negen)
De kerkklok luidt om half elf.
We vertrekken morgen om half zes.
- Compound
De film start om half acht, dus we hebben nog tijd om te eten.
- Present Tense
Ze trainen elke week om half zeven.
- Imperative
Laten we om half drie afspreken!
- Context & Scenario
Het feest begint om half acht; we kunnen daar samen naartoe gaan.
- Idiomatic
Ik moet een even zoeken naar het juiste moment, want de klok tikt onverbiddelijk richting half tien.
- Complex
Omdat het concert om half zeven begint, moeten we om zes uur vertrekken.
- Simple
De vergadering begint om half vier.
- Past Tense
De trein vertrok gisteren om half vijf.
- Future Tense
We zullen overmorgen om half negen vertrekken.
- Declarative
De school begint dagelijks om half negen.
- Interrogative
Komt de bus altijd om half twaalf aan?
- Context & Scenario
Ik loop elke ochtend om half zeven naar de bakker.
- Context & Scenario
De eerste les op school begint altijd om half negen.
- Synonym
De afspraak is om half twee, wat betekent dat we om kwart voor moeten vertrekken.
- Related Word
Mijn horloge staat op half tien, dus we moeten nu vertrekken.