Hoepla
Interjectionuitroep van verbazing of verrassing
(iemand reageert met verbazing)
"Hoepla! Wat is er gebeurd?" vroeg ze toen ze de schade zag.
Hij liet een "hoepla" horen toen hij het onverwachte resultaat hoorde.
- Compound
Ze sprong op en riep: "Hoe kan dit?!" omdat ze het nieuws hoorde.
- Future Tense
Morgen zal hij met verbazing naar de presentatie kijken.
- Imperative
Zeg het als je iets verbazingwekkends ziet!
- Context & Scenario
Na het winnen van de prijs zei zij: 'Ik kan het gewoon niet geloven! Dit is zo ongelofelijk.'
- Related Word
De verrassing was groot toen ze haar verjaardag vierde zonder het te weten.
- Complex
Toen hij het verrassende nieuws kreeg, kon hij alleen maar uitroepen: "Dit is ongelooflijk!"
- Present Tense
Ze is altijd verbaasd als ze haar leeftijd hoort.
- Declarative
De uitroep van verbazing was hoorbaar in de zaal.
- Context & Scenario
Toen ik de foto zag, kon ik alleen maar zeggen: 'Wat is dat mooi!'
- Simple
Wauw, wat een verbazing!
- Past Tense
Ik was in totale verbazing toen ik het cadeau opende.
- Interrogative
Voel je de verbazing als je het resultaat ziet?
- Context & Scenario
In de klas riep hij: "Dit is zo verrassend!", wat tot veel gelach leidde.
- Idiomatic
Dat was het laatste waar ik op rekende; ik was compleet en vol verbazing.
- Synonym
Sommige mensen noemen een onverwachte gebeurtenis een shock.
uitroep van blijdschap of vreugde
(iemand reageert blij)
"Hoepla! We hebben de wedstrijd gewonnen!" zei hij juichend.
Ze sprong op van blijdschap en riep: 'Hoepla!'
- Complex
De jongen, die gisteren zijn verjaardag vierde, sprong van blijheid toen hij zijn cadeau opende.
- Past Tense
Zij voelde een grote blijheid na het zien van haar vrienden.
- Imperative
Vier de blijheid!
- Synonym
De blijdschap van het feest was aanstekelijk, iedereen lachte en danste.
- Compound
Het is een feest, en iedereen danst van blijheid, maar ik blijf op de bank zitten.
- Present Tense
Ik voel blijheid in mijn hart.
- Interrogative
Voel je de blijheid om je heen?
- Context & Scenario
Na een lange dag voelde ik een golf van blijheid bij het zien van mijn familie.
- Related Word
Het leek alsof de blijheid nooit zou verdwijnen uit de harten van de gasten.
- Simple
Vandaag is een dag vol blijheid!
- Future Tense
Morgen zal er veel blijheid zijn als we het nieuwe jaar verwelkomen.
- Declarative
De lucht was gevuld met blijheid tijdens het festival.
- Context & Scenario
In de klas was er blijheid toen we hoorden dat we geen huiswerk hadden.
- Context & Scenario
Tijdens het feestje was er veel blijheid en gelach.
- Idiomatic
Na het nieuws sprongen ze van blijheid in de lucht, als een kind dat zijn favoriete snoep krijgt.
uitroep gebruikt wanneer iets valt of omvalt
(het geluid van iets dat valt)
De vaas viel van de tafel met een "hoepla".
Ze verloor haar evenwicht en zei 'hoepla' toen ze viel.
- Compound
De kat sprong van de tafel, en de lamp viel met een 'hoepla'.
- Present Tense
Ik zie dat de bal valt.
- Declarative
De krant lag op de grond, omdat hij gevallen was.
- Context & Scenario
Bij deze ervaring op school viel de klas uit hun stoel en riepen 'hoepla'.
- Synonym
De val van de sneeuw op de grond gaf een 'hoepla' geluid.
- Simple
De appel viel op de grond met een 'hoepla'.
- Past Tense
De lantaarn viel vorig jaar om tijdens de storm.
- Complex
Toen de boeken van de plank vielen, riep hij 'hoepla' in verrassing.
- Future Tense
Als de wind sterker wordt, zal de vlag misschien vallen met een 'hoepla'.
- Imperative
Zeg het maar als je iets ziet vallen, dan kan ik helpen!
- Context & Scenario
Ik schrok toen de fles viel en hoorde een luid 'hoepla'.
- Related Word
De uitroep 'hoepla' is een reactie als je onverwachts valt.
- Interrogative
Valt die appel daar ook als ik hem loslaat?
- Context & Scenario
Tijdens het feestje viel er een glas, waardoor iedereen 'hoepla' riep.
- Idiomatic
Toen de dobbelsteen van de tafel rolde, riep hij 'hoepla', als een echte reflex.