Jager
deCommon Nouniemand die op wild jaagt
(een professional die wild in de natuur zoekt)
De jager stond vroeg op om naar het bos te gaan.
Tijdens het seizoen mogen jagers op bepaalde dieren jagen.
- Simple
Een jager gebruikt vaak speciale apparatuur.
- Past Tense
De jager zocht naar wild in het bos vorige week.
- Future Tense
Morgen zal de jager naar de berg gaan om te jagen.
- Interrogative
Is de jager al terug van zijn tocht?
- Context & Scenario
In de klas leerden we over de verantwoordelijkheden van jagers.
- Complex
De jager, die zijn training heeft voltooid, weet precies waar hij moet zoeken.
- Present Tense
Ik ben een jager in het najaar.
- Declarative
De jager is altijd verantwoordelijk voor zijn schoten.
- Imperative
Volg de jager en let goed op zijn technieken!
- Context & Scenario
Een jager gaat elke ochtend op stap met zijn hond.
- Synonym
Het is belangrijk dat een jager de regels volgt.
- Idiomatic
Als jager moet je blind vertrouwen op je instincten.
- Compound
De jager was in het bos, maar hij vond niets.
- Future Tense
Morgen zal de jager zijn vrienden meenemen.
- Imperative
Houd je je aan de jachtregels!
- Context & Scenario
Elke ochtend gaat de jager vroeg het bos in.
- Related Word
De jachttechnieken zijn door de jaren heen veranderd.
- Context & Scenario
De jager vertelde verhalen bij het kampvuur.
- Related Word
Een professional in jachttechnieken is vaak goed voorbereid.
- Simple
De jacht is populair in Nederland.
- Past Tense
De jagers gingen vorig jaar naar de Veluwe.
- Declarative
De jager vindt het belangrijk om regels te volgen.
- Context & Scenario
We organiseren een jachttrip met vrienden dit weekend.
- Compound
De jager is ervaren, en hij weet hoe hij veilig moet jagen.
- Complex
De jager, die elke week gaat jagen, kent het gebied goed.
- Present Tense
Hij jaagt op vogels in het najaar.
- Interrogative
Jaagt hij ook op konijnen?
- Context & Scenario
Tijdens biologie leren we over de jacht en natuurbehoud.
- Synonym
Een synonym voor jager is jachtluipaard.
- Idiomatic
De jager, die altijd risico's neemt, denkt niet aan zijn veiligheid.
een persoon die actief op zoek is naar iets
(iemand die streeft naar iets)
Hij is een jager naar avontuur en nieuwe ervaringen.
In het spel is hij een jager naar de hoogste score.
- Complex
Als hij iets zoekt, kijkt hij altijd op internet.
- Present Tense
Zij zoekt naar een oplossing voor het probleem.
- Declarative
Zij zoekt omhoog naar de sterren.
- Context & Scenario
In de supermarkt zoekt hij vaak naar aanbiedingen.
- Compound
Hij zoekt naar nieuwe ideeën, maar hij vindt ze niet altijd.
- Simple
Hij zoekt naar nieuwe uitdagingen.
- Past Tense
Zij zocht naar haar sleutels, maar kon ze niet vinden.
- Imperative
Zoek nu een plek waar je je goed kunt concentreren!
- Future Tense
Morgen zal hij zoeken naar zijn verloren tijd.
- Interrogative
Zoek je naar het juiste antwoord?
- Complex
Zoeken naar geluk is een belangrijk doel in het leven.
- Present Tense
Zij zoekt naar haar verloren huisdier.
- Interrogative
Zoek je iets specifieks?
- Context & Scenario
In de les zoeken we naar oplossingen voor complexe wiskundeproblemen.
- Related Word
Het zoeken naar kennis is een continu proces.
- Simple
Ik zoek naar mijn sleutels.
- Past Tense
Vorig jaar zochten wij naar een nieuwe woning.
- Declarative
Ik zoek een interessante hobby.
- Context & Scenario
Na het werk zoek ik altijd naar een manier om te ontspannen.
- Synonym
Hij is een ontdekkingsreiziger, die voortdurend op zoek is naar nieuwe avonturen.
- Compound
Ik zoek naar mijn sleutels, maar hij zoekt naar zijn telefoon.
- Future Tense
Volgende week zal hij zoeken naar antwoorden op zijn vragen.
- Imperative
Zoek naar de bovenstaande informatie!
- Context & Scenario
Als je een probleem hebt, zoek dan hulp bij je vrienden.
- Idiomatic
Hij is altijd op zoek naar zijn geluksnummer.
naam voor een soort van speel- of sportactiviteit
(jager in spel of competitie)
In dit spel ben jij de jager, en moet je de prooi vinden.
De jager probeert altijd de snelste te zijn in de competitie.
- Complex
Het spel, dat we gisteren hebben gespeeld, was heel leuk.
- Future Tense
Ik zal morgen een nieuw spel uitproberen.
- Imperative
Speel dit spel met je vrienden!
- Compound
Dit spel is moeilijk, maar ik blijf het proberen.
- Past Tense
Vorige week speelde ik een nieuw spel met mijn vrienden.
- Interrogative
Speel je het spel met ons mee?
- Simple
Dit spel is erg spannend.
- Present Tense
Ik speel dit spel elke vrijdag.
- Declarative
Het spel is uitdagend en verfrissend.
- Context & Scenario
Ik speel vaak spelletjes op de computer.
- Simple
Het spel begint om drie uur.
- Past Tense
Zij speelde het spel gisteren met haar vrienden.
- Interrogative
Speel je graag bordspellen?
- Context & Scenario
In de gymles leren we spelregels en teamwerk.
- Related Word
Het spel heeft veel verschillende niveaus.
- Complex
Wanneer het spel eindigt, zal de winnaar worden aangekondigd.
- Present Tense
Hij speelt een nieuw spel.
- Declarative
Het spel is erg spannend.
- Context & Scenario
Tijdens het weekend spelen we vaak spellen.
- Synonym
Dit spel, ook wel een competitie genoemd, is uitdagend.
- Idiomatic
Hij kwam in de knel tijdens het spel en moest improviseren.
- Compound
De spelers zijn klaar, maar het spel is nog niet begonnen.
- Future Tense
We zullen het spel morgen spelen.
- Imperative
Speel dat spel nog een keer!
- Context & Scenario
Laten we een spelletje spelen tijdens het feest.