Juffendag

Common Noun

Singular Forms

💡'Juffendag' is een zelfstandig naamwoord en betekent een speciale dag voor juffen.

Definite (de/het)
de juffendag
"Op maandag hebben we de juffendag."
Indefinite (een)
een juffendag
"Ik geef een juffendag aan mijn kinderen."
Without Article
juffendag
"Juffendag is altijd leuk."

Plural Forms

💡Meerdere juffendagen zijn dagen waarop juffen worden gevierd.

Definite (de)
de juffendagen
"De juffendagen zijn meestal op vrijdag."
Without Article
juffendagen
"We hebben nog veel juffendagen dit schooljaar."

Diminutive Form

juffendagje
"Het juffendagje was een groot succes."

Een klein, speciaal evenement.

informal

Common Compounds

  • juffendag-excursie

    "De juffendag-excursie naar het museum was geweldig."

    Een daguitstap georganiseerd voor juffen.

  • juffendag-activiteit

    "Ze hebben veel juffendag-activiteiten georganiseerd."

    Activiteiten die plaatsvinden op juffendag.

Common Word Combinations

  • juffendag vieren

    "Wij vieren juffendag met een feestje."

    Vieren is vaak wat mensen doen op deze dag.

  • de juffendag organiseren

    "Ik moet de juffendag organiseren voor de klas."

    Organiseren houdt in dat je alles regelt voor het evenement.

Important Notes

  • countability:'Juffendag' is een telbaar zelfstandig naamwoord.
  • register:Meestal informeel, gebruikt in kinder- en onderwijssituaties.