Klein
AdjectiveAttributive Forms
💡Als je zegt 'de kleine kat' of 'het kleine huis', gebruik je 'kleine' voor het zelfstandig naamwoord. Het verandert meestal met het geslacht en aantal van het woord.
- With Definite Article
- de kleine
- "De kleine kat zit op de tafel."
- With Indefinite Article
- een kleine
- "Ik heb een kleine hond."
- Without Article
- klein
- "Het is een klein huis."
Predicative Form
💡Na 'zijn' of 'worden' gebruik je altijd 'klein': De hond is klein.
Comparative
💡Voor vergelijking gebruik je 'kleiner': 'Die appel is kleiner dan deze appel.' Dit laat verschil zien.
- Base Form
- kleiner
- "Deze hond is kleiner dan die hond."
- With "dan"
- kleiner dan
- "Hij is kleiner dan zijn broer."
Superlative
💡Als je het over de kleinste hebt, gebruik je 'kleinste': 'Dit is de kleinste winkel in de stad.' Dit geeft aan dat het nog kleiner is dan alles andere.
- Attributive
- de kleinste
- "Dit is de kleinste poes van allemaal."
- Predicative
- de kleinste
- "Deze poes is de kleinste."
Important Notes
- usage:Het woord 'klein' houdt hetzelfde uitgang voor alle geslachten in de stellende trap: klein, kleine.
- irregular:In de vergrotende trap krijg je 'kleiner' en 'kleinste'. Dit is een regelmatige vorm.