Kluizen
VerbAuxiliary Verb
hebben
werkwoord
Het werkwoord 'kluizen' verwijst naar het veilig opbergen van waardevolle spullen of informatie.
Infinitief
Ik wil graag mijn documenten kluizen.
Tegenwoordig deelwoord
Hij is kluizend in zijn kamer aan het werk.
De kluizende persoon heeft behoefte aan rust.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik kluis mijn belangrijke papieren.
jij / je
Jij kluist je spullen veilig op.
u
U kluist de waardevolle documenten goed.
hij, zij / ze, het
Hij kluist zijn geheimen.
wij / we
Wij kluizen onze informatie op een veilige plek.
jullie
Jullie kluizen jullie geheimen goed.
Verleden tijd
ik
Ik kluisde mijn documenten gisteren.
jij / je
Jij kluisde je waardevolle spullen vorige week.
u
U kluisde de geheimen goed.
hij, zij / ze, het
Hij kluisde zijn boeken al lang geleden.
wij / we
Wij kluisden onze zorgen voor een tijdje.
jullie
Jullie kluisden jullie geheimen vorig jaar.
Voltooid deelwoord
Zij heeft de documenten gekluisd.
Aanvoegende wijs
Laat hem zijn geheimen kluize.
Gebiedende wijs
Kluisk je boeken!
Kluist veilig!