Knus
Adjectivegezellig en comfortabel, vaak in een kleine ruimte
(een knusse woonkamer)
Het café is klein maar heel knus, perfect voor een gesprek.
Ze heeft haar kamer knus ingericht met zachte kussens.
- Complex
Als de vrienden op bezoek komen, creëert de gezelligheid een warme sfeer.
- Compound
De woonkamer is gezellig, en de open haard maakt het nog aangenamer.
- Simple
De gezelligheid in de woonkamer is te voelen als we samen zijn.
warm en uitnodigend, een gevoel van veiligheid uitstralend
(een knusse sfeer in een huis)
Tijdens de wintermaanden is het heerlijk knus bij de open haard.
Met kaarslicht zorgt het voor een knusse sfeer tijdens het diner.
- Compound
De kamer is warm, maar ook uitnodigend.
- Present Tense
Het voelt veilig en knus in deze ruimte.
- Declarative
Deze ruimte is altijd zo warm en uitnodigend.
- Context & Scenario
Na een lange dag is het fijn om thuis te komen in een veilige omgeving.
- Synonym
De veiligheid van deze ruimte is te danken aan de warme kleuren.
- Simple
De kamer heeft een warme uitstraling.
- Past Tense
Ik voelde me veilig in de knusse kamer.
- Interrogative
Voel jij het gevoel van veiligheid in deze kamer?
- Context & Scenario
In de klas is het belangrijk om een sfeer van veiligheid te creëren.
- Related Word
Een knusse atmosfeer maakt iedereen comfortabel.
- Complex
De kamer, die met zachte kleuren is ingericht, straalt een gevoel van veiligheid uit.
- Future Tense
In de toekomst zal deze kamer een gevoel van veiligheid bieden.
- Imperative
Maak de kamer nog warmer met extra kussens!
- Context & Scenario
Laten we gezellig bij jou thuis zitten, het voelt altijd zo veilig daar.
- Idiomatic
Die kamer is als een warme deken, ze geeft je veiligheid en comfort.
teruggetrokken en beschut, weg van de buitenwereld
(knus zitten in een hoek)
Ze gingen knus zitten in de hoek van de tuin, beschut tegen de wind.
De kinderen speelden knus in hun tent, ver weg van de anderen.
- Complex
De plek, waar wij onze stoelen hebben gezet, is beschut en rustig.
- Future Tense
Morgen zullen we beschut de bergen in gaan.
- Imperative
Blijf beschut zitten totdat de regen voorbij is!
- Compound
De bank staat beschut tegen de muur, maar de planten zijn in de zon.
- Past Tense
Gisteren zaten we beschut onder het afdakje.
- Interrogative
Ben je comfortabel beschut in die stoel?
- Context & Scenario
Wanneer het koud is, is het fijn om beschut binnen te zitten.
- Simple
De bank staat beschut tegen de muur.
- Present Tense
Ik zit beschut in de schaduw van de boom.
- Declarative
Het is fijn om beschut te zijn tijdens een storm.