Landen

de-hetVerb

Auxiliary Verb

hebben

werkwoord

Dit werkwoord beschrijft de actie van een vliegtuig dat zijn vlucht beëindigt.

Infinitief

Tegenwoordig deelwoord

Tegenwoordig deelwoord

Tegenwoordige tijd

  • ik

  • jij / je

  • u

  • hij

  • zij / ze

  • het

  • wij / we

  • jullie

Verleden tijd

  • ik

  • jij / je

  • u

  • hij

  • zij / ze

  • het

  • wij / we

  • jullie

Voltooid deelwoord

Aanvoegende wijs

Gebiedende wijs

Examples