Lekker

Adjective
1
Complex
Compound
Simple
Future Tense
Present Tense
Past Tense
Declarative
Interrogative
Imperative
Context & Scenario
Context & Scenario
Related Word
Context & Scenario
Synonym
Idiomatic
Een feestelijke desserttafel met een rijk versierde cake in het midden, omringd door elegant geklede mensen die de cake bewonderen.
Feestelijke Desserttafel met Rijk Versierde Cake
Een feestelijke desserttafel met een rijk versierde cake in het midden, omringd door elegant geklede mensen die de cake bewonderen.
2
Compound
Complex
Simple
Present Tense
Future Tense
Past Tense
Declarative
Interrogative
Interrogative
Imperative
Context & Scenario
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Related Word
Idiomatic
Minimalistische illustratie van een serene strandscene met een ontspannen figuur op een kleurrijke handdoek, onder een felle zon.
Minimale Illustratie van een Strandscene met Ontspanning
Minimalistische illustratie van een serene strandscene met een ontspannen figuur op een kleurrijke handdoek, onder een felle zon.
3
Simple
Complex
Compound
Present Tense
Future Tense
Past Tense
Declarative
Interrogative
Imperative
Context & Scenario
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Related Word
Idiomatic
Een gezellige vakantiebijeenkomst met een familie rond een prachtig gedekte tafel vol met eten, stralend van geluk en saamhorigheid.
Gezellige Familiebijeenkomst tijdens de Feestdagen
Een gezellige vakantiebijeenkomst met een familie rond een prachtig gedekte tafel vol met eten, stralend van geluk en saamhorigheid.