Long
Adjectivemeer afstand tot een eindpunt hebben; niet kort zijn
(een object kan lang zijn in afmeting)
De weg naar het dorp is lang en kronkelig.
Zij heeft lange benen, waardoor ze snel kan lopen.
- Compound
De afstand is groot, maar we nemen de bus.
- Present Tense
De afstand is belangrijk als je efficiënt wilt reizen.
- Simple
De afstand tussen de twee steden is groot.
- Past Tense
Vorige week was de afstand te lang voor een dagtrip.
- Interrogative
Is de afstand naar het station ver?
- Context & Scenario
Ik neem een bus om de afstand naar huis te overbruggen.
- Complex
De afstand die je moet afleggen is langer dan verwacht, omdat er veel omleidingen zijn.
- Future Tense
Volgende keer zal de afstand korter zijn als we met de trein gaan.
- Imperative
Neem meer afstand van het probleem om helder te denken.
- Declarative
De afstand tot het eindpunt is groter dan wij dachten.
in de tijd meer duur hebbend; niet kort
(een gebeurtenis kan lang duren)
De film was erg lang, hij duurde meer dan drie uur.
De vergadering gisteren was langer dan verwacht.
- Simple
De voorstelling duurt tweeënhalf uur.
- Compound
De reis was lang, maar het uitzicht was prachtig.
- Present Tense
De les in de klas duurt vijftig minuten.
- Declarative
Hij gelooft dat de film te lang is.
- Imperative
Maak het niet te lang in je presentatie!
- Context & Scenario
We bespraken de lange vergadering met onze vrienden.
- Complex
De maaltijd, die meer dan een uur duurde, was heerlijk.
- Past Tense
De conferentie duurde de hele dag.
- Interrogative
Duurde de training langer dan normaal?
- Context & Scenario
Het project op school duurde langer dan gepland.
- Synonym
Een marathon is een lang evenement dat veel tijd kost.
- Future Tense
De komende show zal meer dan vier uur duren.
- Context & Scenario
De feestavond duurde tot middernacht.
- Related Word
De lange duur van de concerten is altijd een uitdaging voor bezoekers.
- Idiomatic
De spreker merkte op dat de tijd verstrijkt als je geniet.
met een grote hoeveelheid of uitgebreide mate; niet klein of beperkt
(iets dat groot of uitgebreid is)
Hij heeft een lange lijst met namen.
Ze sprak over haar lange ervaringen in het buitenland.
- Simple
De boom is groot.
- Present Tense
Het huis is groot.
- Interrogative
Is de muur groot?
- Imperative
Maak de tuin groot!
- Context & Scenario
Ze nodigden al hun vrienden uit voor hun grote feest.
- Idiomatic
Zijn plannen zijn groter dan de realiteit kan bijbenen.
- Compound
De boom is groot, maar de bloemen zijn klein.
- Past Tense
Het huis was groot.
- Future Tense
Het huis zal groot zijn.
- Context & Scenario
We leren over grote gebouwen in de les.
- Related Word
De uitgebreide mogelijkheden van de computer maken het een groot succes.
- Complex
De boom, die in de tuin staat, is groot.
- Declarative
De muur is groot.
- Context & Scenario
We hebben een groot feest georganiseerd.
- Synonym
Het appartement, wat een ruime keuken heeft, is groot.