Mama
deCommon Nouninformele term voor moeder, die liefde en genegenheid uitdrukt
(een kind noemt zijn moeder mama)
Mama, ik heb honger!
Zij is de beste mama van de hele wereld.
- Complex
Mama, die altijd voor me zorgt, heeft een nieuw recept geprobeerd.
- Future Tense
Morgen gaat mama naar de markt.
- Interrogative
Weet je waar mama is?
- Context & Scenario
Mama en ik gaan vaak samen boodschappen doen.
- Related Word
De moeders nemen deel aan de schoolbijeenkomst.
- Compound
Mama kookt graag, maar ze houdt ook van schilderen.
- Present Tense
Ik zeg elke dag 'mama' als ik haar zie.
- Declarative
Mama maakt altijd de lekkerste snacks.
- Context & Scenario
Mama helpt me elke ochtend met aankleden.
- Synonym
Mamma is een andere term voor moeder.
- Simple
Mama, kun je me helpen met mijn huiswerk?
- Past Tense
Gisteren riep ik naar mama dat ik een verrassing voor haar had.
- Imperative
Zeg het tegen mama, zodat ze het weet!
- Context & Scenario
Tijdens het feest hielp mama me te socializen met anderen.
- Idiomatic
Mama, ik ga niet met je hoofd door de muur!
respectvolle of liefdevolle aanspreekvorm voor een oudere vrouw
(iemand spreekt een oudere vrouw aan als mama)
Mama, kunt u mij alsjeblieft helpen?
In dit gezin noemen we onze oma ook gewoon mama.
- Simple
De aanspreekvorm in ons gezin is altijd liefdevol.
- Present Tense
Mama leeft nog steeds, en ze vertelt vaak verhalen.
- Interrogative
Hoe moet ik haar aanspreken?
- Complex
Als ik haar aanspreek, gebruik ik de respectvolle aanspreekvorm die bij haar leeftijd past.
- Future Tense
Morgen zal ik haar ook weer met 'mama' aanspreken.
- Compound
Ik gebruik de aanspreekvorm 'mama', en zij houdt daar erg van.
- Past Tense
Gisteren sprak ik mijn buurvrouw aan met de aanspreekvorm 'mama'.
- Imperative
Gebruik de juiste aanspreekvorm als je met haar spreekt!
- Declarative
Mama, ik heb een vraag voor u.
- Context & Scenario
Tijdens de verjaardag hebben we allemaal mama genoemd als we met haar spraken.
- Idiomatic
Ze was als een moeder voor mij, dus ik sprak haar altijd aan met 'mama'.
- Context & Scenario
Als ik thuiskom, noem ik mijn moeder altijd mama.
- Related Word
Bij het gebruik van verschillende aanspreekvormen is het belangrijk om respect te tonen.
- Idiomatic
Respectvolle manieren van aanspreken zijn een teken van cultuur en etiquette.
- Context & Scenario
In de klas leerden we over hoe je ouders respectvol kunt aanspreken.
- Synonym
In elk gezin kan de aanspreekvorm verschillen, afhankelijk van de cultuur.
naam voor een vrouw in de rol van opvoeder of verzorgster
(een oppas of verzorger wordt mama genoemd)
De kinderen spelen graag met hun oppas, zij noemen haar ook mama.
In de kinderopvang wordt ze door alle kinderen mama genoemd.
- Compound
De opvoeder zorgt voor de kinderen en speelt met hen in de speeltuin.
- Present Tense
De opvoeder helpt de kinderen bij hun huiswerk.
- Declarative
De opvoeder is geduldig en creatief.
- Context & Scenario
De opvoeder geeft elke dag les aan de kleuters.
- Synonym
Een verzorger, of opvoeder, moet altijd goed naar de kinderen luisteren.
- Complex
De opvoeder die de groep begeleidt, heeft jarenlange ervaring.
- Future Tense
De opvoeder zal de kinderen volgende week meenemen naar het museum.
- Imperative
Help de opvoeder met het organiseren van het feestje!
- Context & Scenario
De opvoeder heeft haar diploma behaald na vier jaar studeren.
- Related Word
De opvoeder en de kinderen hebben een speciale band opgebouwd.
- Simple
De opvoeder leest een verhaal voor aan de kinderen.
- Past Tense
De opvoeder hielp me gisteren met mijn studie.
- Interrogative
Heb je de opvoeder ontmoet die de activiteiten organiseert?
- Context & Scenario
Tijdens het feest, hielp de opvoeder de kinderen met hun spelletjes.
- Idiomatic
De opvoeder houdt de kinderen altijd bezig, ze ziet er nooit een moment verloren uit.
teer of vertederend gesproken, vaak in een kinderlijke context
(kinderen zeggen vaak mama op een vertederende manier)
Het kindje grijpt naar mama en zegt: 'Mama, kom!'.
Bij het zien van de puppy's roep ik: 'Kijk mama, zo schattig!'.
- Complex
Wanneer ik naar de tekening van mijn dochter kijk, voel ik me vertederend voor haar creativiteit.
- Past Tense
Gisteren vond ik het vertederend hoe mijn zoon zijn zus hielp.
- Imperative
Zeg vertederend tegen het kind dat het goed is zoals het is.
- Synonym
Dat moment was zo triest, maar het had iets vertederends.
- Related Word
De schattigheid van het puppy gedraagt zich vertederend.
- Compound
De puppy's zijn vertederend, en ze spelen met elkaar in de tuin.
- Present Tense
Het kind is vertederend als het zomaar begint te zingen.
- Declarative
De baby is vertederend wanneer hij zijn eerste stappen zet.
- Context & Scenario
Tijdens het spelen met mijn neefje vind ik het altijd vertederend als hij lacht.
- Context & Scenario
Het vriendje van mijn dochter is zo vertederend als hij vraagt om een snoepje.
- Simple
De baby lacht vertederend als hij zijn moeder ziet.
- Future Tense
Morgen zullen we een vertederende foto maken van de kinderen in hun kostuums.
- Interrogative
Heb jij dat vertederende moment gezien met de kittens?
- Context & Scenario
Op school vertelde de lerares een vertederend verhaal over vriendschap.
- Idiomatic
Het kleine meisje is zo vertederend dat iedereen in de kamer begint te glimlachen.