Misten
VerbAuxiliary Verb
hebben
werkwoord
Dit werkwoord kan emotionele of fysieke pijn uitdrukken, zoals het missen van iemand of iets.
Infinitief
Zij misten de bus.
Tegenwoordige tijd
hij, zij / ze, het
Hij mist zijn vrienden.
ik
Ik mis mijn familie.
jij / je, u
Jij mist de kans.
wij / we, jullie
Wij missen de trein.
Verleden tijd
hij, zij / ze, het
Zij mistte haar vlucht.
ik
Ik mistte de les.
jij / je, u
Jij mistte de afspraak.
wij / we, jullie
Wij misten elkaar.
Voltooid deelwoord
Hij heeft zijn doel gemist.
Tegenwoordig deelwoord
Zij is missend in haar gedachten.
Aanvoegende wijs
Als ik niet mis, dan komt hij morgen.
Gebiedende wijs
Mis deze kans niet!