Mooi

Adjective
1
Compound
Past Tense
Imperative
Complex
Present Tense
Interrogative
Simple
Future Tense
Declarative
Context & Scenario
Prachtige zonsondergang met een warm kleurenpalet van oranje, roze en paars, geflankeerd door silhouetten van bomen boven een kalm wateroppervlak.
Adembenemende zonsondergang met serene schoonheid
Prachtige zonsondergang met een warm kleurenpalet van oranje, roze en paars, geflankeerd door silhouetten van bomen boven een kalm wateroppervlak.
2
Complex
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Simple
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Een persoon ontspant op een deken te midden van kleurrijke bloemen en geniet van de mooie dag met helder licht en vogels.
Aangename Buitenervaring met Bloemen en Natuur
Een persoon ontspant op een deken te midden van kleurrijke bloemen en geniet van de mooie dag met helder licht en vogels.
3
Complex
Past Tense
Imperative
Related Word
Compound
Future Tense
Declarative
Context & Scenario
Context & Scenario
Idiomatic
Simple
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Synonym
Een jonge vrouw presenteert een prachtig ingepakt cadeau aan haar vriendin in een serene binnenomgeving.
Mooi gebaar: Vrouw geeft cadeau
Een jonge vrouw presenteert een prachtig ingepakt cadeau aan haar vriendin in een serene binnenomgeving.
4
Compound
Future Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Complex
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Schilderij van een majestueus landschap met glooiende heuvels en een serene meer, geïnspireerd door Jacob van Ruisdael.
Majestueus landschap in de stijl van Jacob van Ruisdael
Schilderij van een majestueus landschap met glooiende heuvels en een serene meer, geïnspireerd door Jacob van Ruisdael.