Neuken
VerbInfinitief
Ik wil graag neuken.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik neuk op jouw verzoek.
jij / je
Jij neukt vaak met plezier.
u
U neukt op eigen risico.
hij
Hij neukt met enthousiasme.
zij / ze
Zij neukt goed als ze zich voelt.
het
Het neukt niet zoals verwacht.
wij / we
Wij neuken samen voor de lol.
jullie
Jullie neuken als echte vrienden.
Verleden tijd
ik
Ik neukte tijdens het feest.
jij / je
Jij neukte vroeger veel.
u
U neukte in uw jongere jaren.
hij
Hij neukte met een glimlach.
zij / ze
Zij neukte met plezier.
het
Het neukte niet helemaal goed.
wij / we
Wij neukten gezamenlijk.
jullie
Jullie neukten heel laat.
Tegenwoordig deelwoord
Hij liep neukend door de gang.
Zij kwam neukende naar binnen.
Voltooid deelwoord
Ik heb geneukt met overtuiging.
Gebiedende wijs
Neuk nu onmiddellijk!
Neukt beter dan ooit tevoren!
Aanvoegende wijs
Ik hoop dat je neuke zoals het hoort.