Omschrijven
VerbAuxiliary Verb
hebben
werkwoord
Om te verduidelijken of gedetailleerd te beschrijven.
Infinitief
Ik weet niet hoe ik deze tekst moet omschrijven.
Tegenwoordig deelwoord
De schrijver is omschrijvend in zijn stijl.
De omschrijvende zinnen maken de tekst beter te begrijpen.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik omschrijf het probleem niet goed.
jij / je
Jij omschrijft de situatie duidelijk.
u
U omschrijft het onderwerp zeer goed.
hij
Hij omschrijft de film met veel enthousiasme.
zij / ze
Zij omschrijft haar ervaring met liefde.
het
Het omschrijft de gevoelens perfect.
wij / we
Wij omschrijven het project samen.
jullie
Jullie omschrijven de regels mooi.
Verleden tijd
ik
Ik omschreef de gebeurtenissen in mijn dagboek.
jij / je
Jij omschreef het verhaal heel goed.
u
U omschreef de situatie als gevaarlijk.
hij
Hij omschreef het probleem eerder als eenvoudig.
zij / ze
Zij omschreef haar gevoelens eerlijk.
het
Het omschreef de realiteit niet goed.
wij / we
Wij omschreven de plan in het overleg.
jullie
Jullie omschreven het probleem duidelijk.
Voltooid deelwoord
Ik heb het project omschreven in mijn rapport.
Gebiedende wijs
Omschrijf je idee in één zin!
Omschrijft jullie verantwoordelijkheden.
Aanvoegende wijs
Laat het zo zijn dat hij het goed kan omschrijve!
Examples
Ik probeer het al een tijd om te omschrijven, maar het is moeilijk.
tegenwoordige tijd, neutraal
Hij had het verhaal omschreven met veel details.
verleden tijd, neutraal