Ondertekenen
VerbAuxiliary Verb
hebben
werkwoord
Een formele term die gebruikt wordt voor het bevestigen van documenten.
Infinitief
Om een contract geldig te maken, moet je het ondertekenen.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik onderteken het document nu.
jij / je, u
Jij ondertekent de overeenkomst morgen.
hij, zij / ze, het
Zij ondertekent de papieren zorgvuldig.
wij / we
Wij ondertekenen de aanvulling op dinsdag.
jullie
Jullie ondertekenen de afspraken tijdens de meeting.
Verleden tijd
ik
Ik ondertekende het contract vorige week.
jij / je, u
Je ondertekende de papieren snel.
hij, zij / ze, het
Hij ondertekende de aanvraag afgelopen woensdag.
wij / we
Wij ondertekenden de documenten in een keer.
jullie
Jullie ondertekenden het rapport met veel aandacht.
Voltooid deelwoord
Het contract is ondertekend door beide partijen.
Tegenwoordig deelwoord
De ondertekenende partij moet de voorwaarden begrijpen.
De ondertekenende personen waren aanwezig.
Aanvoegende wijs
Ik hoop dat jij ondertekene dat document snel.
Gebiedende wijs
jij / je
Onderteken de brief voordat je deze verstuurt.
jullie
Jullie onderteken de overeenkomst zo snel mogelijk.
u
Dus ondertekent u dit document direct.