Ongeduld

Common Noun
1
Compound
Future Tense
Interrogative
Imperative
Complex
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Simple
Future Tense
Imperative
Compound
Past Tense
Interrogative
Simple
Present Tense
Past Tense
Declarative
Context & Scenario
Jonge vrouw in winterse scène die nerveus met haar sjaal speelt en naar haar horloge kijkt terwijl anderen schaatsen.
Ongepaste winterlandschap met ongeduldige jonge vrouw
Jonge vrouw in winterse scène die nerveus met haar sjaal speelt en naar haar horloge kijkt terwijl anderen schaatsen.
2
Compound
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Present Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Idiomatic
Compound
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Complex
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Complex
Future Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Een gefrustreerd karakter zit aan een lange, gedraaide tafel in een vergaderruimte, omgeven door verwarrende optische illusies.
Surrealistische afbeelding van ongeduld in een vergaderomgeving
Een gefrustreerd karakter zit aan een lange, gedraaide tafel in een vergaderruimte, omgeven door verwarrende optische illusies.