Ontwijken

Verb
1
Compound
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Present Tense
Interrogative
Context & Scenario
Complex
Future Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Idiomatic
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Related Word
Compound
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Complex
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Synonym
Een vrouw ontwijkt een confrontatie met een man in een levendige en rommelige kamer.
Speelse ontsnapping: Humor in een drukke kamer
Een vrouw ontwijkt een confrontatie met een man in een levendige en rommelige kamer.
2
Simple
Past Tense
Interrogative
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Complex
Future Tense
Imperative
Simple
Compound
Complex
Present Tense
Past Tense
Future Tense
Declarative
Context & Scenario
Interrogative
Imperative
Een chauffeur ontwijkt snel een vallende boom op de weg in een surrealistisch landschap.
Surrealistische Ontwijking van Obstacle op de Weg
Een chauffeur ontwijkt snel een vallende boom op de weg in een surrealistisch landschap.
3
Compound
Past Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Simple
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Idiomatic
Complex
Future Tense
Imperative
Context & Scenario
Synonym
Simple
Future Tense
Imperative
Compound
Past Tense
Interrogative
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Karakter in vintage kleding staat bij een kruispunt, waar de linker weg vol schaduw en stormachtige lucht is en de rechter weg verlicht wordt door zonneschijn naar een vredig dorp.
Karakter bij een kruispunt: Verantwoordelijkheid vermijden in een fabelachtige setting
Karakter in vintage kleding staat bij een kruispunt, waar de linker weg vol schaduw en stormachtige lucht is en de rechter weg verlicht wordt door zonneschijn naar een vredig dorp.