Opgewonden
AdjectiveAttributive Forms
💡Als je zegt 'de opgewonden persoon' of 'een opgewonden kind', gebruik je 'opgewonden' vóór het zelfstandig naamwoord.
- With Definite Article
- de opgewonden persoon
- "De opgewonden persoon praat veel."
- With Indefinite Article
- een opgewonden kind
- "Ik zie een opgewonden kind in het park."
- Without Article
- opgewonden
- "Hij is altijd opgewonden."
Predicative Form
💡Na 'zijn' of 'worden' gebruik je altijd 'opgewonden': De hond is opgewonden.
Comparative
💡Als je vergelijkt, gebruik je 'opgewondener' om te zeggen dat iemand of iets meer opgewonden is: Mijn broer is opgewondener dan ik.
- Base Form
- opgewondener
- "Hij is opgewondener dan zij."
- With "dan"
- opgewondener dan
- "Mijn hond is opgewondener dan jouw hond."
Superlative
💡Als je het hoogste niveau aangeeft, gebruik je 'opgewondenste': Van alle kinderen in de klas is hij de opgewondenste.
- Attributive
- de opgewondendste kinderen
- "De opgewondendste kinderen kunnen niet stil zitten."
- Predicative
- opgewondenste
- "Zij is de opgewondenste van de groep."
Important Notes
- usage:'Opgewonden' kan een emotionele toestand beschrijven die zowel positief als negatief kan zijn.