Polderen
VerbAuxiliary Verb
hebben
werkwoord
Polderen is a typically Dutch process of consensus decision-making, involving negotiation, finding compromises, and working with all parties involved.
Infinitief
We moeten samenwerken en polderen om tot een compromis te komen.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik polder graag met mijn collega's over de nieuwe plannen.
jij / je
Jij poldert vaak goed tussen verschillende groepen.
u
U poldert altijd met een duidelijke visie.
hij, zij / ze, het
Hij poldert met de gemeente over de plannen.
wij / we
Wij polderen iedere maand over budgetten.
jullie
Jullie polderen snel naar een oplossing.
zij / ze
Zij polderen vaak in de politiek.
Verleden tijd
ik
Ik polderde gisteren met de buurt over het park.
jij / je
Jij polderde eergisteren nog met de raad.
u
U polderde vorige week met de stakeholders.
hij, zij / ze, het
Zij polderde toen heel effectief.
wij / we
Wij polderden tot laat in de nacht.
jullie
Jullie polderden afgelopen maand over de veranderingen.
zij / ze
Ze polderden altijd voordat ze besluiten namen.
Voltooid deelwoord
We hebben de hele middag gepolderd.
Tegenwoordig deelwoord
De polderende groepen kwamen eindelijk tot een overeenkomst.
Gebiedende wijs
Polder met je vrienden voor een betere oplossing!
Aanvoegende wijs
Als hij toch maar vaker poldere, dan zouden we minder conflicten hebben.
Examples
We moeten samenwerken en polderen om tot een compromis te komen.
Infinitief, Indicative