Scheppen
VerbAuxiliary Verb
hebben
werkwoord
Het werkwoord 'scheppen' betekent het creƫren of maken van iets, vaak met een artistieke of constructieve connotatie.
Infinitief
Om te kunnen creƫren, moeten we eerst goed scheppen.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik schep graag tijd voor mijn hobby.
jij / je
Jij schept altijd zo veel creativiteit.
u
U schept iedere week nieuwe plannen.
hij
Hij schept er veel plezier in om te helpen.
zij / ze
Zij schept altijd veel enthousiasme in haar werk.
het
Het schept een goede sfeer in de kamer.
wij / we
Wij scheppen een nieuwe toekomst voor onszelf.
jullie
Jullie scheppen altijd veel vreugde rondom je.
Verleden tijd
ik
Ik schiep een prachtige aarde in mijn dromen.
jij / je
Jij schiep altijd iets moois tijdens je lessen.
u
U schiep in het verleden veel herinneringen.
hij
Hij schiep eerst een plan voordat hij begon.
zij / ze
Zij schiep een nieuwe wereld met haar kunst.
wij / we
Wij schiepen onze eigen realiteit door onze verbeelding.
jullie
Jullie schiepen prachtige herinneringen samen.
Voltooid deelwoord
De wereld is prachtig geschapen door de natuur.
Tegenwoordig deelwoord
Scheppend aan een nieuw idee is altijd spannend.
Aanvoegende wijs
Laat ons hopen dat hij scheppe wat we nodig hebben.
Gebiedende wijs
jij / je
Schep je bord vol met eten!
u
Schept u een portie voor uzelf?