Sluik
AdjectiveAttributive Forms
💡Als je zegt 'de sluike haren', gebruik je 'sluike' vóór het zelfstandig naamwoord.'
- With Definite Article
- de sluike
- "De sluike haren zijn mooi."
- With Indefinite Article
- een sluik
- "Hij heeft een sluik haar."
- Without Article
- sluik
- "Sluik haar is stijlvol."
Predicative Form
💡Na 'zijn' of 'worden' gebruik je altijd 'sluik': Het haar is sluik.
Comparative
💡Als je 'sluiker' gebruikt, vergelijk je twee dingen: Dit haar is sluiker dan dat haar.
- Base Form
- sluiker
- "Dit haar is sluiker dan dat haar."
- With "dan"
- sluikere
- "Ze heeft sluikere haren dan haar zus."
Superlative
💡Bij 'sluikste' beschrijf je het hoogste niveau van sluikheid. Bijvoorbeeld: Haar haar is het sluikste van de groep.
- Attributive
- de sluikste
- "Zij heeft de sluikste haren van allemaal."
- Predicative
- sluikste
- "Haar haar is het sluikste in de klas."
Important Notes
- usage:Sluik wordt vaak gebruikt om haardracht te beschrijven.
- spelling:'Sluik' verandert in 'sluiker' en 'sluikste' in de vergrotende en overtreffende trap.