Stadion
deCommon Noungroot gebouw voor evenementen, vaak sportevenementen
(een stadion wordt vaak gebruikt voor wedstrijden)
Het stadion was vol tijdens de finale.
Zij geniet van de sfeer in het stadion tijdens een voetbalwedstrijd.
- Simple
Het evenement vindt plaats in een nieuw stadion.
- Present Tense
De wedstrijden in het stadion zijn altijd spannend.
- Declarative
Het stadion is de beste plek voor sportevenementen.
- Interrogative
We gaan morgen naar het stadion om de wedstrijd te zien.
- Compound
De organisatie heeft besloten om het stadion te gebruiken voor het komende schooltoernooi.
- Synonym
Een stadion, dat vaak wordt gebruikt voor grote evenementen, trekt altijd veel publiek.
- Compound
Het stadion is groot, maar het is ook erg druk tijdens evenementen.
- Future Tense
Er zal volgend jaar een groot concert in het stadion zijn.
- Imperative
Bezoek het stadion voor het komende evenement!
- Complex
Als het regent, zullen de evenementen in het stadion worden uitgesteld.
- Idiomatic
Dat evenement trok veel belangstelling en het stadion was vol.
- Complex
Het stadion, dat bekendstaat om zijn architectuur, wordt vaak gebruikt voor evenementen.
- Past Tense
Gisteren vond er een belangrijk evenement in het stadion plaats.
- Interrogative
Is het stadion ook open voor andere evenementen?
- Simple
Tijdens het evenement in het stadion waren er duizenden fans aanwezig.
- Related Word
Het stadion is prachtig ingericht voor speciale evenementen.
specifiek voor voetbal, maar kan ook andere sporten huisvesten
(veel stadions worden gebouwd voor verschillende sporten)
Het nieuwe stadion is gebouwd voor de Olympische Spelen.
In het stadion worden zowel voetbal- als atletiekwedstrijden gehouden.
- Compound
Het stadion is groot, maar het is ook geschikt voor andere sporten.
- Complex
Het stadion, dat vorig jaar werd geopend, biedt plaats aan duizenden fans voor verschillende sporten.
- Simple
Dit stadion is speciaal ontworpen voor voetbal.
- Present Tense
De studenten sporten regelmatig op het plein.
- Past Tense
Vorige week sportte ik in het nieuwe stadion.
- Future Tense
Volgend jaar zullen we in hetzelfde stadion sporten.
- Declarative
Het stadion biedt uitstekende faciliteiten voor sporters.
- Interrogative
Sport je vaak in dit stadion?
- Imperative
Sporten met vrienden in het stadion!
- Context & Scenario
Na school gaan we vaak sporten in het park.
- Context & Scenario
We hebben een bijeenkomst op school over de voordelen van sporten.
- Context & Scenario
Tijdens het schoolfeest laten we alle kinderen verschillende sporten proberen.
- Synonym
De gymzaal, ook wel sporthal genoemd, is multifunctioneel.
- Related Word
De atleten in ons team hebben veel ervaring met sporten.
- Idiomatic
Met de juiste mindset kan iedereen succesvol sporten.
afgebakend terrein voor het publiek om wedstrijden te bekijken
(in het stadion zijn zitplaatsen en staanplaatsen voor supporters)
Er zijn veel veiligheidsmaatregelen in het stadion voor de bezoekers.
De fans juichen volop in het stadion tijdens de wedstrijd.
- Simple
Het publiek moet rustig zijn tijdens het concert.
- Compound
Het publiek juicht en danst, maar de zanger voelt zich nerveus.
- Complex
Hoewel het publiek enorm enthousiast was, regende het tijdens de wedstrijd.
- Present Tense
De supporters komen regelmatig naar het stadion.
- Past Tense
Gisteren was het publiek echt opgewonden tijdens de finale.
- Future Tense
Volgende week zal het publiek veel cheering achterlaten in het stadion.
- Declarative
Vandaag is er een groot publiek aanwezig in het stadion.
- Interrogative
Is het publiek tevreden met de wedstrijden?
- Imperative
Kom op, laat het publiek nog harder juichen!
- Context & Scenario
De fans zitten meestal dichtbij het publiek om te kunnen juichen.
diminutief: klein stadion of een kleiner sportcomplex
(een stadionnetje wordt vaak gebruikt voor kleinere evenementen)
Het stadionnetje was vol tijdens het jeugdtoernooi.
Kinderen spelen vaak in het stadionnetje in de buurt.
- Simple
Het kleinere evenement trok veel bezoekers.
- Compound
Het kleinere evenement was druk, maar de sfeer was geweldig.
- Complex
Hoewel het kleinere evenement niet veel bekendheid heeft, waren de deelnemers erg enthousiast.
- Present Tense
De organisatie van een kleiner evenement kan eenvoudig zijn.
- Past Tense
Vorige week vond er een kleiner evenement plaats in de stad.
- Future Tense
Volgend jaar zal er een kleiner evenement worden gehouden in ons dorp.
- Declarative
Het kleinere evenement wordt goed bezocht door de lokale bevolking.
- Interrogative
Is het kleinere evenement moeilijk te organiseren?
- Imperative
Organiseer een kleiner evenement om de gemeenschap samen te brengen!
- Context & Scenario
Ik ga naar een kleiner evenement in het park.