Staren

Verb
1
Simple
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Complex
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Compound
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Een cartoonachtige afbeelding van een persoon die met wijdopen ogen naar een kleurrijk schilderij in een museum kijkt.
Personage dat gefascineerd kijkt naar kleurig schilderij in museum
Een cartoonachtige afbeelding van een persoon die met wijdopen ogen naar een kleurrijk schilderij in een museum kijkt.
2
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Context & Scenario
Synonym
Present Tense
Imperative
Context & Scenario
Complex
Past Tense
Declarative
Context & Scenario
Context & Scenario
Idiomatic
Related Word
Kinderen kijken verwonderd naar een goochelaar die magie trucjes uitvoert in een zacht verlichte kamer, met sprankels in de lucht.
Verbaasde kinderen kijken naar goochelaar
Kinderen kijken verwonderd naar een goochelaar die magie trucjes uitvoert in een zacht verlichte kamer, met sprankels in de lucht.
3
Simple
Complex
Present Tense
Declarative
Context & Scenario
Synonym
Compound
Future Tense
Interrogative
Context & Scenario
Related Word
Past Tense
Imperative
Context & Scenario
Idiomatic
Een jonge vrouw zit aan een elegant bureau en staart leeg voor zich uit naar een open boek met rijke illustraties.
Jonge vrouw leest zonder interesse in een surrealistische omgeving
Een jonge vrouw zit aan een elegant bureau en staart leeg voor zich uit naar een open boek met rijke illustraties.