Toestemming
deCommon Noungoedkeuring of akkoord voor iets
(iemand vraagt om toestemming)
Je hebt toestemming nodig om dit gebouw binnen te gaan.
Zij vroeg om toestemming om op vakantie te gaan.
- Simple
Hij heeft de goedkeuring gekregen van zijn baas.
- Present Tense
Zij vraagt altijd om goedkeuring voordat ze iets beslist.
- Future Tense
Morgen zal ze om goedkeuring vragen voor haar nieuwe idee.
- Simple
Ik heb goedkeuring nodig om die documenten in te zien.
- Present Tense
Zij geeft altijd de voorkeur aan schriftelijke goedkeuring.
- Declarative
De goedkeuring van het voorstel is essentieel.
- Compound
Hij vraagt vaak om goedkeuring, maar soms is dat onnodig.
- Declarative
De goedkeuring wordt maandag verwacht.
- Idiomatic
Dus, wacht je nog op de groene licht voor het project?
- Compound
Hij heeft de goedkeuring gekregen, en dat maakt hem gelukkig.
- Past Tense
De manager gaf zijn goedkeuring voor het project gisteren.
- Interrogative
Heb je de goedkeuring van de directeur gekregen?
- Compound
We wachten op goedkeuring, maar we kunnen alvast voorbereidingen treffen.
- Past Tense
Hij had de goedkeuring nog niet ontvangen toen hij het voorstel deed.
- Interrogative
Wanneer krijg ik de goedkeuring voor mijn vakantie?
- Simple
Zonder goedkeuring kan je moeilijk verder met het project.
- Present Tense
De directeur heeft zijn goedkeuring gegeven voor de veranderingen.
- Future Tense
Zij zal morgen om goedkeuring vragen voor het evenement.
- Interrogative
Is de goedkeuring al binnen voor het vakantieplan?
- Synonym
Een akkoord van de overheid is nodig voor elk groot project.
- Complex
De goedkeuring, die hij al maanden verwachtte, kwam eindelijk binnen.
- Declarative
De commissie heeft de goedkeuring verleend voor het evenement.
- Imperative
Vraag om goedkeuring voordat je verder gaat.
- Complex
Zodra we goedkeuring krijgen, kunnen we met de uitvoering starten.
- Future Tense
U zult goedkeuring moeten vragen om dit project te starten.
- Imperative
Vraag om goedkeuring voordat je iets onderneemt.
- Complex
Als de goedkeuring niet op tijd komt, kunnen we de deadline niet halen.
- Past Tense
Zij vroeg om goedkeuring voor de nieuwe regels in het bedrijf.
- Imperative
Vergeet niet om goedkeuring te vragen voor deze wijziging.
- Related Word
De vergunning is een ander woord voor goedkeuring in deze context.
officiële machtiging of vergunning
(toestemming voor speciale activiteiten)
De toestemming om te fotograferen is vereist.
Je moet toestemming hebben om het concert bij te wonen.
- Simple
Een machtiging voor de wedstrijd is nodig.
- Complex
De machtiging, die door de overheid is verleend, is verplicht voor het evenement.
- Compound
Je hebt een machtiging nodig, en die moet door de school worden gegeven.
- Present Tense
Je vraagt om een machtiging voor het gebruik van de ruimte.
- Past Tense
Ze vroeg een machtiging aan voor het festival.
- Future Tense
Hij zal een machtiging ontvangen voor de bijeenkomst.
- Interrogative
Heb je de machtiging al ontvangen voor het project?
- Declarative
Je moet een machtiging aanvragen om deel te nemen aan de cursus.
- Context & Scenario
We moeten allemaal een machtiging hebben om het huis van de gemeente te gebruiken.
- Idiomatic
Zonder machtiging gebeurt er niets; dat is de regel.
- Imperative
Vraag om de machtiging voordat je begint!
- Context & Scenario
De school vereist een machtiging voor een schooluitstap.
- Synonym
Een officiële toestemming is vereist voor het uitvoeren van het project.
- Context & Scenario
Ik heb een machtiging nodig om de les te volgen.
- Related Word
Je hebt een goedgekeurde vergunning nodig voor de tentoonstelling.
de handeling van iets toestaan of goedkeuren
(toestemming geven of weigeren)
Hij gaf zijn toestemming snel en zonder twijfels.
Zij kon niet geloven dat hij zijn toestemming zo makkelijk gaf.
- Complex
De directeur, die alle documenten heeft bekeken, keurt het voorstel goed.
- Compound
De directeur keurt het voorstel goed, maar de raad moet het nog goedkeuren.
- Simple
De directeur keurt het voorstel goed.
- Past Tense
Zij keurde het beleid goed vorige week.
- Future Tense
Hij zal het plan goedkeuren zodra het gepresenteerd wordt.
- Present Tense
Ik keur dit project goed.
- Declarative
We moeten deze verandering goedkeuren.
- Interrogative
Heb jij het nieuwe beleid goedgekeurd?
- Imperative
Keurt u dit voorstel goed?
- Context & Scenario
Ze heeft de vakantiedagen goedgekeurd.