Verbergen
VerbInfinitief
Ik leer hoe ik mijn geheimen kan verbergen.
Tegenwoordig deelwoord
ik, jij / je, u, hij, zij / ze, het, wij / we, jullie
De verbergende strategie is zeer effectief.
het
De verbergende techniek werd in de les besproken.
Voltooid deelwoord
Zij heeft haar emoties zorgvuldig verborgen.
Verleden tijd
ik, hij, zij / ze, het
Hij verborg zijn rugzak onder de tafel.
wij / we, jullie
Wij hebben onze schatten goed verborgen.
Tegenwoordig deelwoord
Verberg het boek als iemand binnenkomt!
Aanvoegende wijs
Ik hoop dat hij zijn gevoelens verberge.
Examples
De kinderen verbergen zich tijdens een spel.
tegenwoordige tijd, indicatief
Hij verbergt altijd zijn echte gevoelens.
tegenwoordige tijd, indicatief