Verbeteren
VerbAuxiliary Verb
hebben
regelmatig
Het werkwoord impliceert een proces van groei en ontwikkeling.
Infinitief
Ik wil leren verbeteren.
Tegenwoordig deelwoord
Ik ben verbeterend aan mijn schrijfvaardigheid.
De verbeterende robot helpt ons met ons werk.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik verbeter mijn vaardigheden dagelijks.
jij / je, u
Jij verbetert snel in het Nederlands.
hij, zij / ze, het
Hij verbetert zijn cijfers op school.
wij / we, jullie
Wij verbeteren onze methodes.
Verleden tijd
ik
Ik verbeterde mijn project voor de deadline.
jij / je, u
Je verbeterde tijdens de cursus.
hij, zij / ze, het
Zij verbeterde haar houding.
wij / we, jullie
Wij verbeterden onze resultaten snel.
Voltooid deelwoord
Mijn huiswerk is verbeterd door de lerares.
Aanvoegende wijs
Ik hoop dat jij verbeterde met je studie.
Gebiedende wijs
Verbeter je spelling!
Verbeteren jullie de teksten?