Vergemakkelijken
VerbInfinitief
Om het proces te verbeteren, moeten we de stappen vergemakkelijken.
Tegenwoordig deelwoord
Het vergemakkelijkend proces helpt ons efficiënt te werken.
De vergemakkelijkende maatregelen zijn goed ontvangen.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik vergemakkelijkt de communicatie in ons team.
jij / je
Jij vergemakkelijkt de samenwerking met je ideeën.
u
U vergemakkelijkt de toegang tot belangrijke informatie.
hij
Hij vergemakkelijkt het proces door zijn ervaring.
zij / ze
Zij vergemakkelijkt de training voor nieuwe medewerkers.
het
Het vergemakkelijkt de uitvoering van de taak.
wij / we
Wij vergemakkelijken de toegang tot de database.
jullie
Jullie vergemakkelijken de overdracht van informatie.
Verleden tijd
ik
Ik vergemakkelijkte het leren van deze stof.
jij / je
Jij vergemakkelijkte de presentatie met je grafieken.
u
U vergemakkelijkte het gesprek door vragen te stellen.
hij
Hij vergemakkelijkte de integratie van nieuwe systemen.
zij / ze
Zij vergemakkelijkte de discussie met haar input.
het
Het vergemakkelijkte ons werk aanzienlijk.
wij / we
Wij vergemakkelijkten de aanpassing aan het nieuwe beleid.
jullie
Jullie vergemakkelijkten de participatie van alle leden.
Voltooid deelwoord
Het project is vergemakkelijkt door duidelijke instructies.
Gebiedende wijs
Vergemakkelijk het overleg door tijdig te komen.
Vergemakkelijkt de samenwerking tussen de teams.
Aanvoegende wijs
Ik hoop dat het proces vergemakkelijkt.
Examples
Dit gereedschap vergemakkelijkt het werk in de tuin.
tegenwoordige tijd, indicatief
Ik wil dat je de taak vergemakkelijkt voor je collega's.
gebiedende wijs, imperatief
De instructies zijn vergemakkelijkt door duidelijke voorbeelden.
voltooid deelwoord, indicatief