Verlopen
deVerbInfinitief
Het proces kan verlopen volgens de regels.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik verloop het project volgens planning.
jij / je, u
Jij verloopt het onderzoek met veel aandacht.
hij, zij / ze, het
Hij verloopt de cursus zoals gepland.
wij / we
Wij verlopen het evenement samen.
jullie
Jullie verlopen de tijd goed.
Verleden tijd
ik
Ik verliep mijn kansen tijdens de wedstrijd.
jij / je
Je verliep de tijd snel toen je dat boek las.
hij, zij / ze, het
Zij verliep in haar gedachten.
wij / we
Wij verliepen de tijd samen in de natuur.
jullie
Jullie verliepen hun kansen door te laat te komen.
Voltooid deelwoord
Het project is verlopen volgens de verwachtingen.
Tegenwoordig deelwoord
De lopende discussie is zeer interessant.
Verlopende zaken moeten goed worden beheerd.
Aanvoegende wijs
Het is belangrijk dat het succesvol verlope.
Gebiedende wijs
Verloop het formulier zorgvuldig.
Verloopt u de vergadering zoals afgesproken.