Vermissen
VerbAuxiliary Verb
hebben
werkwoord
Dit werkwoord geeft een emotionele of sociaal gemarkeerde ervaring aan van het missen van iemand of iets.
Infinitief
Ik wil leren hoe ik jou niet kan vermissen.
Tegenwoordig deelwoord
Ze voelt zich vermissend als haar vrienden weg zijn.
De vermissende hond zoekt zijn eigenaar.
Voltooid deelwoord
Hij is al een week vermist.
Tegenwoordig deelwoord
ik, jij / je, hij, wij / we
Ik mis jou, aldus hij en zij.
jullie, u, zij / ze
Jullie missen iets belangrijks.
Verleden tijd
ik
Ik vermiste haar sinds de vakantie.
jij / je
Jij vermiste de laatste aflevering.
hij, zij / ze, het
Hij vermiste zijn sleutels.
wij / we
Wij vermisten het feest vorig jaar.
jullie
Jullie vermisten hem in de groep.
u
U vermiste belangrijke informatie.
Gebiedende wijs
Vermis je kansen niet!
Vermist de details niet als je het verslag schrijft!
Aanvoegende wijs
Ik hoop dat hij me vermisse.