Verwennen
VerbInfinitief
Ik hou ervan om mijn honden te verwennen.
Tegenwoordig deelwoord
Verwennend gedrag is vaak te zien bij ouders.
De verwennende aanpak van de leraar helpt studenten.
Tegenwoordige tijd
ik
Ik verwen mijn kinderen vaak met lekkernijen.
jij / je
Jij verwent jezelf met een mooie vakantie.
u
U verwent uzelf met een dag in de spa.
hij
Hij verwent zijn partner met een romantisch diner.
zij / ze
Zij verwent haar hond met veel liefde.
het
Het verwent de zintuigen met prachtige geuren.
wij / we
Wij verwennen onze gasten met een heerlijk ontbijt.
jullie
Jullie verwennen elkaar vaak met cadeaus.
Verleden tijd
ik
Ik verwende mijn vrienden tijdens het feest.
jij / je
Jij verwende jezelf met een luxe maaltijd.
u
U verwende uzelf afgelopen weekend.
hij
Hij verwende zijn dochter met een nieuw spel.
zij / ze
Zij verwende haar katten met lekkere snacks.
het
Het verwende de klanten met een speciale aanbieding.
wij / we
Wij verwenden onze vrienden met veel aandacht.
jullie
Jullie verwenden elkaar op bijzondere dagen.
Voltooid deelwoord
Ze voelt zich verwend na het uitje.
Aanvoegende wijs
Ik hoop dat ik iemand kan verwenne met een cadeautje.
Gebiedende wijs
Verwen jezelf vandaag met iets lekkers!
Verwent de gasten met een warm welkom!