Wc
deCommon Nounafkorting voor watercloset, een toilet of badkamer die een toilet bevat
(iemand gaat naar de wc)
Waar is de wc? Ik moet even snel gaan.
De wc is aan het einde van de gang.
- Compound
Ze gaan naar het toilet, maar de deur is op slot.
- Past Tense
Hij gebruikte het toilet voordat we vertrokken.
- Simple
Het toilet bevindt zich op de tweede verdieping.
- Present Tense
Ik gebruik het toilet voor een korte pauze.
- Declarative
Dit toilet is heel schoon.
- Imperative
Gebruik het toilet aan de rechterkant!
- Context & Scenario
Op school leren we over hygiëne en toiletten.
- Complex
Als je het toilet gebruikt, zorg er dan voor dat je de deur dichtdoet.
- Future Tense
Zij zal het toilet gebruiken zodra ze thuis is.
- Context & Scenario
Na de lunch ga ik naar het toilet.
- Synonym
De badkamer heeft een apart toilet.
- Interrogative
Is het toilet vrij?
- Context & Scenario
We hebben het toilet nodig voor onze gasten.
- Related Word
Het toiletpapier is op, dus ik zal nieuwe kopen.
- Idiomatic
Hij had het niet zo hoog in het vaandel, maar voor mij is het toilet van groot belang.
de ruimte waar het toilet zich bevindt
(een openbare wc in een restaurant)
De wc's in dit restaurant zijn altijd schoon.
Er zijn twee wc's beschikbaar voor het publiek.
- Compound
Er is een kleine ruimte, maar het is voldoende voor iedereen.
- Past Tense
Gisteren stond ik in de ruimte voor het toilet te wachten.
- Interrogative
Is deze ruimte gereserveerd voor gasten?
- Context & Scenario
We leren over de indeling van de ruimte tijdens onze les.
- Synonym
De sanitaire ruimte moet goed onderhouden worden.
- Simple
De ruimte is goed verlicht.
- Present Tense
De ruimte bevat moderne voorzieningen.
- Declarative
Dit is de enige ruimte die we nog niet hebben gezien.
- Imperative
Kijk goed rond in de ruimte!
- Context & Scenario
In een restaurant is het belangrijk dat de ruimte van de wc's comfortabel is.
- Idiomatic
In deze ruimte zijn de muren beschilderd met vrolijke kleuren.
- Complex
De ruimte waarvoor je vraagt, is toegankelijk voor rolstoelgebruikers.
- Future Tense
Morgen zal de ruimte schoon worden gemaakt.
- Context & Scenario
In deze ruimte vind je altijd zeep en handdoeken.
- Related Word
De toiletruimte is net gerenoveerd.